Ongewijzigd doorlopen vaste reiskostenvergoeding COVID-19

Voor reiskosten met een vast en gelijkmatig karakter bestaat de mogelijkheid een vaste onbelaste vergoeding met de werknemer af te spreken, bijvoorbeeld voor het woon-werktraject. Voor veel werknemers leiden de maatregelen rondom de coronacrisis tot een verandering van hun reispatroon. Daardoor moet een werkgever een afgesproken reiskostenvergoeding formeel aanpassen.

De staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst vindt dit ondoelmatig en ongewenst en heeft daarom het volgende goedgekeurd. De goedkeuring geldt vanaf 12 maart 2020.

Doorlopen vaste vergoeding

Een werkgever hoeft gedurende de coronacrisis voor een vaste reiskostenvergoeding geen gevolgen te verbinden aan een wijziging in het reispatroon van een werknemer.
De werkgever kan deze goedkeuring ook toepassen voor een vaste reiskostenvergoeding met nacalculatie. Dit betekent dat de werkgever voor deze periode mag blijven uitgaan van de aangenomen feiten waar de vergoeding op gebaseerd is.

Bron: brief staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst beleidsbesluit fiscale maatregelen coronavirus 14-4-2020, nr. 2020-0000071409; Besluit noodmaatregelen coronacrisis 6-5-2020, nr. 2020-9594, Stcrt. 2020, 26066; Belastingdienst

TERUG naar CORONACRISIS MKB Info

Versoepeling administratieve verplichtingen loonheffingen COVID-19

Werkgevers hebben rondom de loonheffingen bepaalde wettelijke administratieve verplichtingen. Door de coronacrisis kan het voorkomen dat een werkgever deze verplichtingen in redelijkheid niet, niet tijdig of niet geheel kan nakomen. Formeel betekent dit dat de Belastingdienst dan een wettelijke sanctie moet toepassen, zoals het anoniementarief.

De staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst vindt dit ongewenst en heeft daarom het volgende goedgekeurd. De goedkeuring geldt vanaf 12 maart 2020.

Versoepeling

De Belastingdienst mag een soepel standpunt innemen als een werkgever of werknemer gedurende de coronacrisis een wettelijke administratieve verplichting in redelijkheid niet, niet tijdig of niet volledig nakomt en dit voor zover mogelijk herstelt zodra dat kan.

Voorbeeld identificatieplicht nieuwe werknemer

Een werkgever moet voor de eerste werkdag van een werknemer of – als de werknemer op de eerste werkdag wordt aangenomen – op de eerste werkdag voor aanvang van de werkzaamheden de identiteit van de werknemer vaststellen aan de hand van het origineel van een toegelaten identiteitsbewijs en een kopie van het identiteitsbewijs in de loonadministratie opnemen. Het is door de coronacrisis niet altijd in redelijkheid mogelijk om de identiteit van de werknemer tijdig volgens de wettelijke regeling vast te stellen aan de hand van een origineel identiteitsbewijs. In een dergelijk geval kan de toepassing van het anoniementarief achterwege blijven als de werkgever de identiteit van de werknemer volgens de wettelijke regeling vaststelt zodra hij daar in redelijkheid toe in staat is.

Bron: brief staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst beleidsbesluit fiscale maatregelen coronavirus 14-4-2020, nr. 2020-0000071409; Besluit noodmaatregelen coronacrisis 6-5-2020, nr. 2020-9594, Stcrt. 2020, 26066; Belastingdienst

TERUG naar CORONACRISIS MKB Info

Bel

Schrijf in op onze nieuwsbrief

Uitstel Wet excessief lenen bij eigen BV COVID-19

Het wetsvoorstel inzake excessief lenen bij de eigen bv, in de volksmond de dga-taks, wordt met een jaar uitgesteld tot 1 januari 2023. Volgens het wetsvoorstel moet een dga belasting betalen over schulden bij de eigen bv die groter zijn dan € 500.000, waarbij een schuld ten behoeve van de eigen woning niet meetelt. Het uitstel betekent dat dga’s een jaar extra tijd hebben, tot 31 december 2023, om schulden bij hun bv af te lossen die groter zijn dan € 500.000, om zodoende belastingheffing te voorkomen.

TERUG naar CORONACRISIS MKB Info

Schrijf in op onze nieuwsbrief

Verlies verrekenen via “CoronaReserve” COVID-19

Om bedrijven sneller een liquiditeitsvoordeel te verlenen, kan een ondernemer die belastingplichtig is voor de vennootschapsbelasting (vpb) gebruik maken van een zogenoemde fiscale coronareserve.

Coronagerelateerd verlies

De Vpb-belastingplichtige mag het verwachte coronagerelateerde verlies dat zich in het boekjaar 2020 voordoet van de winst in het boekjaar 2019 aftrekken. Fiscaal-technisch gaat dit door ten laste van de winst over 2019 een fiscale coronareserve te vormen.

Voorwaarden

Aan het gebruik van de fiscale coronareserve zijn de volgende voorwaarden verbonden:

In het boekjaar 2020 is sprake van een verwacht coronagerelateerd verlies. Coronagerelateerd verlies is verlies dat verband houdt met de gevolgen van de coronacrisis.
Het verwachte coronagerelateerde verlies kan niet groter zijn dan het totale verlies dat de belastingplichtige verwacht over het boekjaar 2020. Vorming van een coronareserve is dus niet mogelijk als de inschatting is dat over het boekjaar 2020 een positieve belastbare winst wordt genoten.
De dotatie aan de fiscale coronareserve in het boekjaar 2019 bedraagt maximaal de winst over het boekjaar 2019 die zou gelden zonder de vorming van deze reserve.
De fiscale coronareserve wordt uiterlijk in het boekjaar 2020 volledig in de winst opgenomen.
De dotatie aan de fiscale coronareserve wordt in de vpb-aangifte 2019 opgenomen in de rubriek overige fiscale reserves. De vrijval in het boekjaar 2020 wordt als onttrekking in deze rubriek opgenomen in de vpb-aangifte 2020.
Samenloop met andere vpb-bepalingen
Het kabinet wijst er nadrukkelijk op dat het vormen van een fiscale coronareserve gevolgen kan hebben voor de toepassing van andere regelingen in de vpb. Voor de eventuele samenloop met die andere regelingen worden geen flankerende maatregelen getroffen. Het is dus aan de ondernemer om bij het vormen van de fiscale coronareserve rekening te houden met deze mogelijke gevolgen.

Herziening (voorlopige) aanslag 2019

Via een verzoek tot herziening van de voorlopige aanslag vpb 2019 of het indienen van de vpb-aangifte 2019 kan (een deel van) de eerder verschuldigde vpb over het boekjaar 2019 worden verminderd. Is de vpb-aangifte 2019 al ingediend dan moet een aanvulling op die aangifte worden ingediend. Dat kan door opnieuw aangifte te doen.

Gebroken boekjaar

Belastingplichtigen die een gebroken boekjaar hanteren, kunnen in het laatste boekjaar dat eindigt in de periode van 1 januari 2019 tot en met 31 maart 2020 een fiscale coronareserve vormen. De reserve wordt in dat geval uiterlijk in het boekjaar na het boekjaar waarin de reserve is gevormd volledig in de winst opgenomen.

Verliesverrekening (carry back)

Volgens de huidige wetgeving mogen bedrijven die vpb-belastingplichtig zijn een verlies verrekenen met de winst van het voorafgaande jaar (carry back). Met de carry back kan een verlies over het jaar 2020 verrekend worden met winst die in het jaar 2019 behaald is. Daardoor kunnen bedrijven een deel van de vpb die zij over het jaar 2019 al betaald hebben of nog moeten betalen, op een later moment terugkrijgen.

Verliesverrekening kan dus zorgen voor een verbetering van de liquiditeitspositie van bedrijven. Echter, een dergelijke verrekening kan pas plaatsvinden bij het doen van de aangifte vpb 2020. Dat kan niet eerder dan begin 2021. Bovendien is vereist dat een definitieve aanslag vpb is opgelegd over 2019, die meestal nog niet zal zijn opgelegd.

Het kabinet vindt dat te lang duren en heeft daarom het gebruik van deze fiscale coronareserve goedgekeurd.

Bron: brief staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst aanvullende fiscale maatregelen in verband met covid-19 24-4-2020, nr. 020-0000080433; Besluit noodmaatregelen coronacrisis 6-5-2020, nr. 2020-9594, Stcrt. 2020, 26066

TERUG naar CORONACRISIS MKB Info

Schrijf in op onze nieuwsbrief

Vrije ruimte werkkostenregeling verhoogd COVID-19

Via de werkkostenregeling kunnen vergoedingen en verstrekkingen aan het personeel belastingvrij worden uitgekeerd. De werkkostenregeling kent een zogenaamde vrije ruimte van 1,7% van de loonsom tot € 400.000, en van 1,2% over het meerdere. Alleen als vergoedingen en verstrekkingen in een jaar boven deze vrije ruimte uitkomen, betaalt de werkgever 80% belasting via de eindheffing. Besloten is de vrije ruimte voor de eerste € 400.000 van de loonsom voor 2020 te verhogen naar 3%. Hierdoor kunnen werkgevers hun werknemers in deze moeilijke tijden een extra onbelaste beloning geven, zoals een cadeaubon of bonus, zonder dat de werkgever hierdoor eerder 80% eindheffing moet betalen. Door de verhoging kan een werkgever maximaal € 5.200 extra aan vergoedingen en verstrekkingen onderbrengen in de vrije ruimte.

TERUG naar CORONACRISIS MKB Info

Schrijf in op onze nieuwsbrief

Versoepeling urencriterium COVID-19

Ondernemers in de inkomstenbelasting hebben recht op tal van faciliteiten, zoals de zelfstandigenaftrek, waarvoor meestal vereist is dat minstens 1.225 uur per jaar in het bedrijf wordt gewerkt. Om te voorkomen dat ondernemers van wie het bedrijf door de coronacrisis stil ligt of op een laag pitje staat deze faciliteiten verliezen, gaat de fiscus er voor de periode 1 maart t/m 31 mei 2020 vanuit dat minimaal 24 uur per week in het bedrijf is gewerkt, ook als ze die uren niet daadwerkelijk hebben besteed.

Verlaagd urencriterium

Deze versoepeling geldt ook voor het verlaagde urencriterium van 800 uur op jaarbasis (gemiddeld ongeveer 16 uur per week) voor de startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid. Deze ondernemers worden geacht ten minste 16 uur per week aan de onderneming te hebben besteed in de periode van 1 maart 2020 tot en met 31 mei 2020.

Seizoensbedrijven

Wanneer voor seizoensgebonden ondernemers de piek van de uren in de periode 1 maart 2020 tot en met 31 mei 2020 valt, dan geldt voor deze groep ondernemers een aanvullende regeling. Deze regeling houdt in dat de seizoensgebonden ondernemers voor de bepaling van het urencriterium voor het jaar 2020 uit mogen gaan van de uren die zij besteden in dezelfde periode van de oudere jaren.

TERUG naar CORONACRISIS MKB Info

Schrijf in op onze nieuwsbrief

Motie tijdelijke verruiming verliesverrekening VPB2020 COVID-19

De Tweede Kamer heeft 16 april 2020 twee moties aangenomen over een onderzoek naar een tijdelijke verruiming verliesverrekening Vpb.

De eerste motie verzoekt de regering, te onderzoeken of en, zo ja, hoe het mogelijk is om toe te staan dat al in 2020, op basis van een geschatte winst- en verliesrekening, aangifte gedaan kan worden en direct het geschatte verlies verrekend kan worden met de winst van 2019.

De tweede motie verzoekt de regering, te onderzoeken of een verruiming van de huidige verliesverrekening kan bijdragen aan het verbeteren van de liquiditeitspositie van het Nederlandse bedrijfsleven.

TERUG naar CORONACRISIS MKB Info

Schrijf in op onze nieuwsbrief

Verlaging gebruikelijk loon DGA bij omzetdaling COVID-19

Als de coronacrisis grote gevolgen heeft voor de omzet en liquiditeit van een bv, mogen de bv en aanmerkelijk belanghouder gedurende 2020 tijdelijk een lager maandloon afspreken. Aan het einde van het jaar stelt de bv het gebruikelijk jaarloon voor 2020 vast en vermeldt dit in de aangifte loonheffingen.
Dat meldt de Belastingdienst. Voor een aanmerkelijk belanghouder (ab-houder) mag het gebruikelijk loon voor 2020 dus achteraf worden bepaald. Dan is duidelijker wat de impact is van de coronacrisis op de bv. De ab-houder heeft dan meer inzicht in het bepalen van de hoogte van het gebruikelijk jaarloon.

Niet met terugwerkende kracht verlagen

Loon dat de ab-houder al genoten heeft over verstreken perioden in 2020, kan niet teruggedraaid worden. De bv en ab-houder kunnen alleen over toekomstige maanden in 2020 het loon verlagen.

Verlaging in aangiften loonheffingen

Bij verlaging van het maandloon wordt in de aangiften loonheffingen het loon vermeld dat de ab-houder heeft genoten, inclusief het eventuele loon in natura (bijvoorbeeld privégebruik auto). Uiterlijk aan het einde van het kalenderjaar of op het moment waarop de dienstbetrekking eindigt, wordt bepaald wat het gebruikelijk loon voor het jaar 2020 is. Als de bv te weinig loon heeft betaald, moet de bv het verschil als loon aangeven en daarover loonheffingen berekenen.

Verzoek om vooroverleg hoeft niet

De bv en ab-houder mogen een tijdelijk lager loon overeenkomen. Daar is geen verzoek om instemming van of vooroverleg met de Belastingdienst voor nodig. Er is dus geen verzoek om vooroverleg nodig.

Verlaging in verhouding tot de omzet

Het gebruikelijk loon mag naar rato in verhouding tot de omzetdaling worden verlaagd. Wanneer de omzet van de BV over het jaar 2020 25% lager is dan de omzet over het 2019, dan mag het gebruikelijk loon 2020 maximaal 25% lager zijn dan het gebruikelijk loon van het jaar 2019. De vormgeving van deze maatregel en de voorwaarden zullen vergelijkbaar zijn met eenzelfde regeling en voorwaarden die tijdens de kredietcrisis in 2009 zijn getroffen. Het is nog onduidelijk of het verbod van het laten stijgen van de RC-schuld of het uitkeren van dividend ook in deze maatregel wordt opgenomen.

TERUG naar CORONACRISIS MKB Info

Schrijf in op onze nieuwsbrief

Tijdelijke verlaging van invorderingsrente en belastingrente COVID-19

Invorderingsrente

Als u een aanslag niet op tijd betaalt, moet u normaal gesproken 4% invorderingsrente betalen vanaf het moment dat de betaaltermijn is verstreken. Vanaf 23 maart 2020 verlagen wij de invorderingsrente tijdelijk van 4% naar 0,01%. Dit geldt voor alle belastingschulden.

Belastingrente

Wij rekenen belastingrente als wij een aanslag te laat kunnen vaststellen, bijvoorbeeld omdat u niet op tijd of niet voor het juiste bedrag aangifte hebt gedaan. Het tarief van de belastingrente is 8% voor de vennootschapsbelasting en 4% voor andere belastingen. Het tarief van de belastingrente verlagen wij ook tijdelijk naar 0,01%. Dit zal gelden voor alle belastingen waarvoor belastingrente geldt. De tijdelijke verlaging van het tarief van de belastingrente gaat in vanaf 1 juni 2020, behalve voor de inkomstenbelasting. Voor de inkomstenbelasting gaat de verlaging in vanaf 1 juli 2020.

TERUG naar CORONACRISIS MKB Info

Schrijf in op onze nieuwsbrief

Verlagen voorlopige aanslag 2020 COVID-19

Bedrijven betalen op dit moment belasting op basis van een voorlopige aanslag inkomstenbelasting of vennootschapsbelasting. Een aantal bedrijven zullen naar verwachting dit jaar een lagere winst realiseren door de coronacrisis. Er kan altijd een verzoek ingediend worden om de voorlopige aanslag te verlagen, zodat meteen minder belasting over het boekjaar 2020 betaald wordt. Deze verzoeken zullen door de Belastingdienst worden ingewilligd. Het betreft hier een bestaande regeling.

TERUG naar CORONACRISIS MKB Info

Schrijf in op onze nieuwsbrief