Eigenwoningregeling

De eigenwoningregeling wordt op 3 onderdelen aangepast per 1 januari 2022. De regeling wordt rechtvaardiger door onbedoelde beperkingen op hypotheekrenteaftrek weg te nemen. Bijvoorbeeld voor mensen die samen met een partner een woning kopen en daarvoor zelf ook al een koopwoning hadden. Of voor mensen die een koopwoning hebben met een partner die komt te overlijden.

Doel: onbedoelde beperkingen op hypotheekrenteaftrek wegnemen bij eigenwoningregeling

In de huidige regeling kunnen er in sommige partnersituaties op 3 onderdelen rente-aftrekbeperkingen voorkomen. Daardoor kunnen eigenaren soms minder hypotheekrente aftrekken. Dit is het geval bij:

  • de eigenwoningreserve (EWR)
  • de aflossingsstand
  • de eigenwoningschuld

Voorstel kabinet: eigenwoningregeling wijzigen om beperking op hypotheekrenteaftrek te voorkomen.

1.    Bijleenregeling (eigenwoningreserve)

Een EWR ontstaat als iemand zijn of haar woning verkoopt met overwaarde. Deze reserve beperkt de hoogte van het bedrag waarvoor een eigenaar een nieuwe hypotheek mag afsluiten, waarvan de hypotheekrente aftrekbaar is.

A: bij huwelijksgemeenschap
Nu delen partners die getrouwd zijn automatisch naar rato van de huwelijksgemeenschap elkaars EWR. Dit betekent dat iedere partner meestal de helft van de EWR van de andere partner krijgt. Ook als de EWR ontstond bij verkoop van een woning waarvan één van de partners voor het huwelijk eigenaar was. De partner die dus nooit eigenaar is geweest, krijgt ook een deel van de EWR.

Vanaf 1 januari 2022 geldt dat alleen nog bij een huwelijk in algehele gemeenschap van goederen de EWR wordt verdeeld.
In alle andere huwelijkssituaties wordt de partner die geen eigenaar was van de vorige woning, niet vanwege de EWR van de andere partner beperkt in het aftrekken van hypotheekrente voor een volgende woning.

B: bij overlijden
Nu krijgt de langstlevende partner de EWR van de overleden partner. Dit beperkt de langstlevende partner in het bedrag waarover hij of zij bij een nieuwe hypotheek rente kan aftrekken.

Vanaf 1 januari 2022 verandert dit. De EWR van de overledene gaat niet meer over op de andere fiscale partner. De langstlevende partner wordt niet langer beperkt door de EWR van de overleden partner bij het aftrekken van hypotheekrente.

C: bij aankoop woning door samenwoners of gehuwden
Nu: als één of beide partners een EWR heeft, beperkt dit de maximaal toegestane eigenwoningschuld (EWS) per partner voor de woning die ze gezamenlijk kopen. Dit kan betekenen dat als de partners gezamenlijk wel voldoende eigen geld hebben gebruikt voor aankoop van de woning, ze per partner toch niet alle rente over de nieuwe hypotheek in aftrek kunnen brengen. Ook als deze gezamenlijke schuld niet hoger is dan de maximale EWS van de partners samen.

Vanaf 1 januari 2022 geldt dat als partners waarbij geen sprake is van een huwelijk in algehele gemeenschap van goederen (zie onderdeel a) samen voldoende rekening houden met de EWR van een of beide partners, zij toch voor het volledige bedrag van de EWS renteaftrek krijgen. De partners hebben dan gezamenlijk voldoende eigen geld gebruikt voor aankoop van de woning en de gezamenlijke schuld is niet hoger dan de maximale EWS van de partners samen. Zie rekenvoorbeeld.

2.    Aflossingsstand

Bij het afsluiten van een hypotheek maken huiseigenaren afspraken met de bank. Bijvoorbeeld over de hoogte van het maandelijks af te lossen bedrag en de aflostermijn. Om renteaftrek te krijgen moet aflossen in maximaal 360 maanden (30 jaar). Bij verkoop van een woning waarbij de EWS nog niet volledig is afgelost, ontstaat een aflossingsstand; het restbedrag van de schuld en de nog resterende termijn waarbinnen deze schuld moet zijn afgelost. Met deze aflossingsstand moet rekening worden gehouden bij het afsluiten van een nieuwe hypotheek om in aanmerking te komen voor renteaftrek. Dit betekent dat dit deel van de hypotheek in een kortere tijd moet worden afgelost.

A: bij huwelijksgemeenschap
Nu delen partners die getrouwd zijn automatisch naar rato van de huwelijksgemeenschap elkaars aflossingsstand. Dit betekent dat iedere partner meestal de helft van de aflossingsstand van de andere partner krijgt. Ook als de aflossingsstand ontstond bij verkoop van een woning waarvan maar één van de partners eigenaar was voor het huwelijk. Dit betekent dat de partner die nooit eigenaar is geweest ook een deel van de aflossingsstand krijgt.

Vanaf 1 januari 2022 blijft de aflossingsstand bij de partner bij wie de aflossingsstand is ontstaan. De partner die nooit een eigen woning heeft gehad, heeft dan geen aflossingsstand en krijgt niet vanwege een aflossingsstand te maken met het in kortere tijd moeten aflossen van de EWS om hypotheekrente te mogen aftrekken.

B: bij overlijden
Nu krijgt de langstlevende partner de aflossingsstand van de overleden partner.
Vanaf 1 januari 2022 gaat de aflossingsstand van de overledene niet meer over op de andere fiscale partner, maar komt te vervallen. Zo krijgt de langstlevende partner niet vanwege deze aflossingsstand te maken met het in kortere tijd moeten aflossen van de EWS om hypotheekrente te mogen aftrekken.

C: bij aankoop woning door samenwoners of gehuwden  
Nu: als één of beide partners een aflossingsstand heeft, beperkt dit de maximale looptijd van de EWS voor de woning die ze gezamenlijk kopen. Dit kan betekenen dat als de partners gezamenlijk wel voldoende rekening hebben gehouden met de aflossingsstand, ze per partner toch niet alle rente over de nieuwe hypotheek in aftrek mogen brengen.

Vanaf 1 januari 2022 geldt dat als de partners samen voldoende rekening houden met de aflossingsstand van een of beide partners, zij toch voor het volledige bedrag van de EWS renteaftrek krijgen. Dit betekent dat de looptijd van de schuld niet langer is dan vanwege de aflossingsstand is toegestaan. Zie rekenvoorbeeld.

3.    De bestaande eigenwoningschuld (BEWS)

De eigenwoningschuld is het deel van de hypotheek waarover huiseigenaren rente mogen aftrekken. De bestaande eigenwoningschuld (BEWS) is een eigenwoningschuld van vóór 1 januari 2013. Voor 2013 hoefde een eigenwoningschuld niet te voldoen aan de aflossingseis om hypotheekrente te mogen aftrekken. Een BEWS hoeft ook na 2013 niet te voldoen aan de aflossingseis.

A: bij aankoop woning samenwoners of gehuwden
Nu sluiten partners soms gezamenlijk een hypotheek over, waarbij slechts één van de partners een BEWS heeft. De huidige regeling kan ertoe leiden dat een deel van de gezamenlijke hypotheek niet als EWS wordt gezien, omdat op een deel van die schuld niet wordt afgelost. Hierdoor mogen de partners voor dat deel van de schuld geen hypotheekrente aftrekken.

Vanaf 1 januari 2022 mogen partners de BEWS van één of beide partners naar rato van ieders aandeel in de nieuwe hypotheek inzetten. Nu de partner die geen BEWS had en daardoor nu wel een BEWS heeft, hoeft hij of zij over dat deel van de schuld ook niet te voldoen aan de aflossingseis. Hierdoor mogen zij hypotheekrente aftrekken over (een groter deel van) de gezamenlijke hypotheek.

B: bij overlijden
Nu moet de langstlevende partner de maximale BEWS-ruimte van de overleden partner benutten in de oversluitperiode voor een BEWS.

Vanaf 1 januari 2022 is dit niet langer verplicht. Zo kan de langstlevende partner kiezen wat het beste past bij zijn of haar financiële situatie. Het benutten van de BEWS-ruimte van de overledene kan gunstig zijn als de BEWS nog een lange looptijd heeft. Dan mag de langstlevende hypotheekrente aftrekken zonder te hoeven aflossen.

Bron: www.rijksoverheid.nl

Deblokkeren G-Rekening COVID-19

Voor ondernemers met een g-rekening is, naast het tijdelijk versoepelde beleid van uitstel van betaling van een aantal belastingen, een aanvullende maatregel getroffen.

Een g-rekening is een geblokkeerde bankrekening waarmee normaal gesproken alleen de loonheffing en de btw aan de Belastingdienst kunnen worden betaald. Het gaat hier bijvoorbeeld om ondernemers in de uitzendbranche, detachering en de bouw.

Naast de bestaande mogelijkheid voor het deblokkeren van overschotten, is het nu ook mogelijk om de g-rekening vrij te geven ter hoogte van het bedrag waarvoor bijzonder uitstel van betaling is verleend voor loonheffingen en/of btw. Hierdoor krijgen deze ondernemers dezelfde liquiditeitsvoordelen als ondernemers zonder g-rekening. Ook de uitwinning van de g-rekening blijft achterwege, zolang het verzoek om bijzonder uitstel van betaling in behandeling is of is toegewezen, tenzij de belangen van de Staat zich hiertegen verzetten.

Een instructie voor het aanvragen van de (aanvullende) deblokkering is op de website van de Belastingdienst geplaatst. De ondernemer moet eerst uitstel van betaling aanvragen voor de loonheffingen en/of btw. Daarna kan hij het verzoek om deblokkering indienen met het formulier “Verzoek deblokkering g-rekening”.

De Belastingdienst streeft ernaar binnen vier weken te beslissen op het verzoek. Bij een positieve beslissing geeft de Belastingdienst ook aan hoe het bedrag wordt uitbetaald. Door de oplopende behandeltijden kan de behandeling van het verzoek langer duren dan gebruikelijk.

Overigens kan de verruiming van de deblokkering worden beperkt in situaties van misbruik of oneigenlijk gebruik.

Het versoepelde beleid geldt tot in ieder geval 19 juni 2020.

Bron: brief staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst 2-4-2020, nr. 2020-0000066195 (V-N 2020/17.4); Besluit noodmaatregelen coronacrisis 6-5-2020, nr. 2020-9594, Stcrt. 2020, 26066; Belastingdienst

TERUG naar CORONACRISIS MKB Info

Ongewijzigd doorlopen vaste reiskostenvergoeding COVID-19

Voor reiskosten met een vast en gelijkmatig karakter bestaat de mogelijkheid een vaste onbelaste vergoeding met de werknemer af te spreken, bijvoorbeeld voor het woon-werktraject. Voor veel werknemers leiden de maatregelen rondom de coronacrisis tot een verandering van hun reispatroon. Daardoor moet een werkgever een afgesproken reiskostenvergoeding formeel aanpassen.

De staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst vindt dit ondoelmatig en ongewenst en heeft daarom het volgende goedgekeurd. De goedkeuring geldt vanaf 12 maart 2020.

Doorlopen vaste vergoeding

Een werkgever hoeft gedurende de coronacrisis voor een vaste reiskostenvergoeding geen gevolgen te verbinden aan een wijziging in het reispatroon van een werknemer.
De werkgever kan deze goedkeuring ook toepassen voor een vaste reiskostenvergoeding met nacalculatie. Dit betekent dat de werkgever voor deze periode mag blijven uitgaan van de aangenomen feiten waar de vergoeding op gebaseerd is.

Bron: brief staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst beleidsbesluit fiscale maatregelen coronavirus 14-4-2020, nr. 2020-0000071409; Besluit noodmaatregelen coronacrisis 6-5-2020, nr. 2020-9594, Stcrt. 2020, 26066; Belastingdienst

TERUG naar CORONACRISIS MKB Info

Versoepeling administratieve verplichtingen loonheffingen COVID-19

Werkgevers hebben rondom de loonheffingen bepaalde wettelijke administratieve verplichtingen. Door de coronacrisis kan het voorkomen dat een werkgever deze verplichtingen in redelijkheid niet, niet tijdig of niet geheel kan nakomen. Formeel betekent dit dat de Belastingdienst dan een wettelijke sanctie moet toepassen, zoals het anoniementarief.

De staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst vindt dit ongewenst en heeft daarom het volgende goedgekeurd. De goedkeuring geldt vanaf 12 maart 2020.

Versoepeling

De Belastingdienst mag een soepel standpunt innemen als een werkgever of werknemer gedurende de coronacrisis een wettelijke administratieve verplichting in redelijkheid niet, niet tijdig of niet volledig nakomt en dit voor zover mogelijk herstelt zodra dat kan.

Voorbeeld identificatieplicht nieuwe werknemer

Een werkgever moet voor de eerste werkdag van een werknemer of – als de werknemer op de eerste werkdag wordt aangenomen – op de eerste werkdag voor aanvang van de werkzaamheden de identiteit van de werknemer vaststellen aan de hand van het origineel van een toegelaten identiteitsbewijs en een kopie van het identiteitsbewijs in de loonadministratie opnemen. Het is door de coronacrisis niet altijd in redelijkheid mogelijk om de identiteit van de werknemer tijdig volgens de wettelijke regeling vast te stellen aan de hand van een origineel identiteitsbewijs. In een dergelijk geval kan de toepassing van het anoniementarief achterwege blijven als de werkgever de identiteit van de werknemer volgens de wettelijke regeling vaststelt zodra hij daar in redelijkheid toe in staat is.

Bron: brief staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst beleidsbesluit fiscale maatregelen coronavirus 14-4-2020, nr. 2020-0000071409; Besluit noodmaatregelen coronacrisis 6-5-2020, nr. 2020-9594, Stcrt. 2020, 26066; Belastingdienst

TERUG naar CORONACRISIS MKB Info

Bel

Schrijf in op onze nieuwsbrief

Uitstel Wet excessief lenen bij eigen BV COVID-19

Het wetsvoorstel inzake excessief lenen bij de eigen bv, in de volksmond de dga-taks, wordt met een jaar uitgesteld tot 1 januari 2023. Volgens het wetsvoorstel moet een dga belasting betalen over schulden bij de eigen bv die groter zijn dan € 500.000, waarbij een schuld ten behoeve van de eigen woning niet meetelt. Het uitstel betekent dat dga’s een jaar extra tijd hebben, tot 31 december 2023, om schulden bij hun bv af te lossen die groter zijn dan € 500.000, om zodoende belastingheffing te voorkomen.

TERUG naar CORONACRISIS MKB Info

Schrijf in op onze nieuwsbrief

Verlies verrekenen via “CoronaReserve” COVID-19

Om bedrijven sneller een liquiditeitsvoordeel te verlenen, kan een ondernemer die belastingplichtig is voor de vennootschapsbelasting (vpb) gebruik maken van een zogenoemde fiscale coronareserve.

Coronagerelateerd verlies

De Vpb-belastingplichtige mag het verwachte coronagerelateerde verlies dat zich in het boekjaar 2020 voordoet van de winst in het boekjaar 2019 aftrekken. Fiscaal-technisch gaat dit door ten laste van de winst over 2019 een fiscale coronareserve te vormen.

Voorwaarden

Aan het gebruik van de fiscale coronareserve zijn de volgende voorwaarden verbonden:

In het boekjaar 2020 is sprake van een verwacht coronagerelateerd verlies. Coronagerelateerd verlies is verlies dat verband houdt met de gevolgen van de coronacrisis.
Het verwachte coronagerelateerde verlies kan niet groter zijn dan het totale verlies dat de belastingplichtige verwacht over het boekjaar 2020. Vorming van een coronareserve is dus niet mogelijk als de inschatting is dat over het boekjaar 2020 een positieve belastbare winst wordt genoten.
De dotatie aan de fiscale coronareserve in het boekjaar 2019 bedraagt maximaal de winst over het boekjaar 2019 die zou gelden zonder de vorming van deze reserve.
De fiscale coronareserve wordt uiterlijk in het boekjaar 2020 volledig in de winst opgenomen.
De dotatie aan de fiscale coronareserve wordt in de vpb-aangifte 2019 opgenomen in de rubriek overige fiscale reserves. De vrijval in het boekjaar 2020 wordt als onttrekking in deze rubriek opgenomen in de vpb-aangifte 2020.
Samenloop met andere vpb-bepalingen
Het kabinet wijst er nadrukkelijk op dat het vormen van een fiscale coronareserve gevolgen kan hebben voor de toepassing van andere regelingen in de vpb. Voor de eventuele samenloop met die andere regelingen worden geen flankerende maatregelen getroffen. Het is dus aan de ondernemer om bij het vormen van de fiscale coronareserve rekening te houden met deze mogelijke gevolgen.

Herziening (voorlopige) aanslag 2019

Via een verzoek tot herziening van de voorlopige aanslag vpb 2019 of het indienen van de vpb-aangifte 2019 kan (een deel van) de eerder verschuldigde vpb over het boekjaar 2019 worden verminderd. Is de vpb-aangifte 2019 al ingediend dan moet een aanvulling op die aangifte worden ingediend. Dat kan door opnieuw aangifte te doen.

Gebroken boekjaar

Belastingplichtigen die een gebroken boekjaar hanteren, kunnen in het laatste boekjaar dat eindigt in de periode van 1 januari 2019 tot en met 31 maart 2020 een fiscale coronareserve vormen. De reserve wordt in dat geval uiterlijk in het boekjaar na het boekjaar waarin de reserve is gevormd volledig in de winst opgenomen.

Verliesverrekening (carry back)

Volgens de huidige wetgeving mogen bedrijven die vpb-belastingplichtig zijn een verlies verrekenen met de winst van het voorafgaande jaar (carry back). Met de carry back kan een verlies over het jaar 2020 verrekend worden met winst die in het jaar 2019 behaald is. Daardoor kunnen bedrijven een deel van de vpb die zij over het jaar 2019 al betaald hebben of nog moeten betalen, op een later moment terugkrijgen.

Verliesverrekening kan dus zorgen voor een verbetering van de liquiditeitspositie van bedrijven. Echter, een dergelijke verrekening kan pas plaatsvinden bij het doen van de aangifte vpb 2020. Dat kan niet eerder dan begin 2021. Bovendien is vereist dat een definitieve aanslag vpb is opgelegd over 2019, die meestal nog niet zal zijn opgelegd.

Het kabinet vindt dat te lang duren en heeft daarom het gebruik van deze fiscale coronareserve goedgekeurd.

Bron: brief staatssecretaris van Financiën – Fiscaliteit en Belastingdienst aanvullende fiscale maatregelen in verband met covid-19 24-4-2020, nr. 020-0000080433; Besluit noodmaatregelen coronacrisis 6-5-2020, nr. 2020-9594, Stcrt. 2020, 26066

TERUG naar CORONACRISIS MKB Info

Schrijf in op onze nieuwsbrief

Vrije ruimte werkkostenregeling verhoogd COVID-19

Via de werkkostenregeling kunnen vergoedingen en verstrekkingen aan het personeel belastingvrij worden uitgekeerd. De werkkostenregeling kent een zogenaamde vrije ruimte van 1,7% van de loonsom tot € 400.000, en van 1,2% over het meerdere. Alleen als vergoedingen en verstrekkingen in een jaar boven deze vrije ruimte uitkomen, betaalt de werkgever 80% belasting via de eindheffing. Besloten is de vrije ruimte voor de eerste € 400.000 van de loonsom voor 2020 te verhogen naar 3%. Hierdoor kunnen werkgevers hun werknemers in deze moeilijke tijden een extra onbelaste beloning geven, zoals een cadeaubon of bonus, zonder dat de werkgever hierdoor eerder 80% eindheffing moet betalen. Door de verhoging kan een werkgever maximaal € 5.200 extra aan vergoedingen en verstrekkingen onderbrengen in de vrije ruimte.

TERUG naar CORONACRISIS MKB Info

Schrijf in op onze nieuwsbrief

Versoepeling urencriterium COVID-19

Ondernemers in de inkomstenbelasting hebben recht op tal van faciliteiten, zoals de zelfstandigenaftrek, waarvoor meestal vereist is dat minstens 1.225 uur per jaar in het bedrijf wordt gewerkt. Om te voorkomen dat ondernemers van wie het bedrijf door de coronacrisis stil ligt of op een laag pitje staat deze faciliteiten verliezen, gaat de fiscus er voor de periode 1 maart t/m 31 mei 2020 vanuit dat minimaal 24 uur per week in het bedrijf is gewerkt, ook als ze die uren niet daadwerkelijk hebben besteed.

Verlaagd urencriterium

Deze versoepeling geldt ook voor het verlaagde urencriterium van 800 uur op jaarbasis (gemiddeld ongeveer 16 uur per week) voor de startersaftrek bij arbeidsongeschiktheid. Deze ondernemers worden geacht ten minste 16 uur per week aan de onderneming te hebben besteed in de periode van 1 maart 2020 tot en met 31 mei 2020.

Seizoensbedrijven

Wanneer voor seizoensgebonden ondernemers de piek van de uren in de periode 1 maart 2020 tot en met 31 mei 2020 valt, dan geldt voor deze groep ondernemers een aanvullende regeling. Deze regeling houdt in dat de seizoensgebonden ondernemers voor de bepaling van het urencriterium voor het jaar 2020 uit mogen gaan van de uren die zij besteden in dezelfde periode van de oudere jaren.

TERUG naar CORONACRISIS MKB Info

Schrijf in op onze nieuwsbrief

Motie tijdelijke verruiming verliesverrekening VPB2020 COVID-19

De Tweede Kamer heeft 16 april 2020 twee moties aangenomen over een onderzoek naar een tijdelijke verruiming verliesverrekening Vpb.

De eerste motie verzoekt de regering, te onderzoeken of en, zo ja, hoe het mogelijk is om toe te staan dat al in 2020, op basis van een geschatte winst- en verliesrekening, aangifte gedaan kan worden en direct het geschatte verlies verrekend kan worden met de winst van 2019.

De tweede motie verzoekt de regering, te onderzoeken of een verruiming van de huidige verliesverrekening kan bijdragen aan het verbeteren van de liquiditeitspositie van het Nederlandse bedrijfsleven.

TERUG naar CORONACRISIS MKB Info

Schrijf in op onze nieuwsbrief