Wijzigingen en tips particulieren 2024

Overdrachtsbelasting
Benut verruiming startersvrijstelling

Huizenkopers tussen 18 en 35 jaar die een woning kopen om zelf in te wonen, kunnen eenmalig gebruik maken van de startersvrijstelling in de overdrachtsbelasting. Bij de aankoop van een woning met een waarde van maximaal 440.000 euro is dan geen overdrachtsbelasting verschuldigd. Dit maximumbedrag gaat per 1 januari 2024 omhoog naar 510.000 euro. Het kan daarom voordelig zijn om de aankoop van een woning met een waarde tussen de 440.000 euro en 510.000 euro uit te stellen naar 2024

Pas middeling voor het laatst toe voor tijdvak 2022-2024

1 januari 2023 is de middelingsregeling vervallen. Dat betekent:

De laatste periode waarover je kan middelen is 2022, 2023 en 2024.
Als je kiest voor 2022 als laatste jaar voor middeling (2020, 2021 en 2022), dan kan je voor 2023 en 2024 geen middeling meer aanvragen.
Wil je de mogelijkheid behouden om over 2023 en 2024 middeling aan te vragen, dan kan dat alleen in combinatie met 2022. Houd daarmee rekening bij je keuze.

Per 2024 verval van belastingvrij schenken voor een eigen woning

Vanaf 1 januari 2024 treden er belangrijke veranderingen op in de regels voor schenkingen voor een eigen woning. Tot 2024 kunnen derden, zoals ooms en tantes, nog belastingvrij tot € 28.000 schenken aan dierbaren die een huis willen kopen. Na 2024 geldt voor kinderen een schenkingsvrijstelling van € 6.633 per kind per jaar. Voor kleinkinderen van derden is deze vrijstelling € 2.658 per jaar. Tot zover bekend kunnen na 1 januari 2024 alleen de ouders van kinderen van 18 t/m 39 jaar eenmalig een bedrag van € 31.813 schenken.

Wil je nog schenken tegen de huidige regels die tot 2024 gelden? Je schenking regelen kan nog vóór 2024

Toeslagen? Let op de inkomenstoets!

Voor je recht op toeslagen is je inkomen van belang. Jaarlijks veranderen de grenzen en wellicht geldt dat ook voor je inkomen. Check daarom voor welke toeslagen je in aanmerking komt. Let ook op je box 3-vermogen en check tijdig hoeveel dit is. Zit dat net boven het voor de betreffende toeslag relevantie maximum? Neem dan maatregelen. De bedragen van de vermogenstoets staan rond 1 december a.s. online op www.toeslagen.nl.

Voldoe aan je aflossingsplicht

Heb je een eigenwoninglening met fiscaal verplichte aflossing? Zorg er dan voor dat je alle over 2023 verschuldigde aflossingstermijnen hebt voldaan. Zo houd je je recht op renteaftrek.

Besteed je jubelton op tijd

Heb je in 2021 een schenking gekregen en toen een beroep gedaan op de hoge vrijstelling voor de eigen woning(jubelton)? Je moet het bedrag dat je in 2o21, 2022 en 2023 ontving met een beroep op deze vrijstelling, afgezien van het vrij besteedbare deel, vóór 1 januari 2024 besteden aan de eigen woning (aanschaf, verbouwing, aflossing).

Lijfrentepremie

Je mag alleen premies en stortingen aftrekken in het jaar waarin je deze hebt betaald. De opgebouwde reserveringsruimte is in 2023 maximaal 17% van je premiegrondslag in 2023.

Bereid je voor: Energielabels voor recreatiewoningen verplicht vanaf 2024

Per 1 januari 2024 wordt het verplicht om een geldig energielabel aan te bieden voor verkoop of verhuur van recreatiewoningen in Nederland. Het energielabel moet bepaald worden volgens de berekeningsmethode NTA 8800 en bepaalt hoeveel fossiele energie de woning gebruikt. Het energielabel blijft 10 jaar geldig en de bepaling ervan gebeurt door een energieprestatie-adviseur (EP-adviseur).

Er zijn uitzonderingen voor beschermde monumenten, vrijstaande gebouwen en woningen met een gebruiksoppervlakte tot 50 m2, gebouwen die niet langer dan 2 jaar in gebruik zijn, woningen die in totaal minder dan 4 maanden per jaar in gebruik zijn en gebouwen die geen energie gebruiken om het klimaat binnen te regelen.

De Inspectie Leefomgeving en Transport zal vanaf 1 januari 2024 controleren of recreatiewoningen een verplicht energielabel hebben. Bij ontbreken van een verplicht energielabel, kan er een boete volgen.

De Belastingdienst raadt aan voorlopige aanslagen 2023 pas te betalen na de dagtekening in 2023 om te voorkomen dat de Belastingdienst de bedragen terugstort.

 

Bij betalingen vóór de dagtekening kan het zijn dat de systemen van de Belastingdienst de betalingen niet kunnen verwerken.

 

 

De uiterste betaaldatum is afhankelijk van de betaalwijze. In de betaalinformatie staat de juiste uiterste datum waarop het totale aanslagbedrag op de rekening van de Belastingdienst moet staan. Bij gebruik van termijnbetalingen, gelden de in de betaalinformatie vermelde uiterste betaaldata.

Bron: Forum Fiscaal Dienstverleners, 12 december 2022

Tarieven vennootschapsbelasting 2022

Het lage tarief van de vennootschapsbelasting is verlaagd van 16,5% naar 15% in 2021. Meer MKB-bedrijven gaan in de komende jaren dit lagere tarief betalen. Vanaf 2021 geldt het lage tarief voor winsten tot € 245.000. In 2022 zal deze grens verder verhoogd worden naar € 395.000.

De verlaging van het hoge tarief van de vennootschapsbelasting gaat niet door, waardoor dit tarief vanaf 2021 op 25% blijft staan.

Bron: www.rijksoverheid.nl

 

Wilt u meer informatie, bel vrijblijvend voor een afspraak met een bakje koffie. Bel

BPM Auto’s

De CO2-uitstoot van de personenauto bepaalt de te betalen Belasting op Personenauto’s en Motorrijwielen (bpm). Auto’s die meer CO2 uitstoten, moeten meer bpm betalen. Nieuwe auto’s worden gelukkig steeds milieuvriendelijker door technologische ontwikkelingen. Dit betekent echter dat er steeds minder bpm wordt betaald. Deze belastinginkomsten zijn wel belangrijk voor overheidsuitgaven. Daarom wordt de bpm-tabel aangepast voor 2022 t/m 2025. De tabel geldt voor 2022 voor auto’s die rijden op diesel of benzine. Voor emissievrije auto’s geldt een bpm-vrijstelling tot en met 2024.

Doel: ‘Autonome vergroening’ door milieuvriendelijkere auto’s

Doordat technologische ontwikkelingen steeds meer effect hebben op de CO2-uitstoot, worden nieuwe auto’s steeds milieuvriendelijker. Dit is autonome vergroening. Al sinds 2009 wordt de bpm aangepast om afname van belastinginkomsten door de autonome vergroening te corrigeren.

Voorstel kabinet: aanpassen bpm-tabel 2022 tot 2025

Voor de jaren 2022-2025 is de verwachte vergroening 2,3% per jaar. In de tabel staan de grenzen en tarieven die gelden per 1 januari 2022. Daarna veranderen de grenzen en tarieven tot 2025 ieder jaar ca. met 2,3%.

Bron:www.rijksoverheid.nl

Emissievrije Auto’s

De verkoop van emissievrije personenauto’s (EV’s) gaat beter dan verwacht. Maar de stimulering van EV’s kost de overheid hierdoor ook meer geld dan bij het Klimaatakkoord was afgesproken. Volgens deze afspraken zou het stimuleringsbeleid hierdoor eigenlijk per 2022 versoberd kunnen worden. Tegelijkertijd is de klimaatopgave urgent en is realisatie van de ambitie van 100% EV-nieuwverkoop in 2030 nog niet in zicht. Het kabinet blijft daarom ook in 2022 de verkoop van EV’s stimuleren. De stimulering richt zich daarbij meer op de particuliere markt.

Voorstel kabinet: blijven stimuleren van verkoop emissievrije auto’s in 2022

Om de verkoop van EV’s te blijven stimuleren stelt het kabinet het volgende voor:

Het bijtellingspercentage voor privégebruik van een zakelijke EV wordt afgebouwd zoals afgesproken in het Klimaatakkoord. In 2022 is de korting 6% en daarmee komt de bijtelling op 16% (normaal tarief is 22%).
De catalogusprijs waarover de korting op het bijtellingspercentage voor EV’s geldt, wordt verlaagd. In 2022 wordt dit € 35.000 en vanaf 2023 € 30.000.
Het budget voor de subsidieregeling voor emissievrije bestelauto’s en particuliere personenauto’s wordt verhoogd.

Bijtellingspercentage

Het algemene bijtellingspercentage is 22% over de cataloguswaarde van het voertuig. Voor EV’s geldt een korting. De in het Klimaatakkoord afgesproken jaarlijkse afbouw van de korting blijft in stand en wordt niet versneld afgebouwd.

Cataloguswaarde

De cataloguswaarde waarover de korting op de bijtelling voor EV’s toegepast mag worden, was in het Klimaatakkoord maximaal € 40.000 tot en met 2025. Deze zogenoemde cap in de bijtelling wordt nu vanaf 2022 wel in twee stappen verlaagd. Voor het resterende bedrag boven de cap geldt het normale bijtellingspercentage van 22%.

Zo worden goedkopere emissievrije auto’s aantrekkelijker voor de zakelijke markt. Dit sluit beter aan op de wensen van particuliere kopers, wanneer deze zakelijke auto’s na de leaseperiode tweedehands worden verkocht.

Extra subsidie

Tot slot worden de budgetten voor de subsidieregelingen voor emissievrije bestelauto’s (SEBA) en particuliere emissievrije personenauto’s (SEPP) verhoogd. Met deze (laatste) subsidie wordt ook de verkoop van tweedehands EV’s en private lease gestimuleerd. De precieze invulling van de hoogte van de subsidiebedragen zal het kabinet in de komende periode uitwerken.

Effecten verkoop EV’s en CO2-uitstoot

In het Klimaatakkoord werd de schatting gemaakt dat in de periode 2022-2025 circa 280.000 emissievrije auto’s verkocht zullen worden. Door het besluit het stimuleringsbeleid per saldo niet te versoberen, worden er tot en met 2025 naar verwachting nog zo’n 77.000 EV’s meer verkocht.

Dit leidt ten opzichte van het Klimaatakkoord naar verwachting tot een extra CO2-winst van cumulatief circa 0,5 Mton in de periode 2022-2025. In totaal zal de CO2-besparing van deze extra stimulering inclusief het Klimaatakkoord-pakket circa 6 Mton over de periode 2022-2030 zijn.

Bron:www.rijksoverheid.nl

Milieu-Investeringsaftrek (MIA)

 

Het kabinet stimuleert bedrijven om te investeren in innovatieve milieuvriendelijke bedrijfsmiddelen met de Milieu-investeringsaftrek (MIA). Hiermee mogen bedrijven een percentage van de investeringskosten aftrekken van de fiscale winst. Zij hoeven dan minder inkomsten- en vennootschapsbelasting te betalen. Het kabinet verhoogt vanaf 1 januari 2022 de percentages, zodat bedrijven een hogere korting kunnen krijgen. Milieuvriendelijke investeringen worden daarmee aantrekkelijker.

Doel: bedrijven stimuleren om te investeren in innovatieve milieuvriendelijke bedrijfsmiddelen

Milieuvriendelijke bedrijfsmiddelen zijn vaak duurder dan het minder milieuvriendelijke alternatief. Denk bijvoorbeeld aan een matras die aan het einde van de levensduur gegarandeerd wordt teruggenomen en waarvan alle onderdelen worden hergebruikt of gerecycled tot grondstoffen. Het kabinet stimuleert bedrijven om te investeren in zulke bedrijfsmiddelen met de Milieu-investeringsaftrek (MIA).

Het kabinet past de regeling aan omdat uit onderzoek blijkt dat milieu-investeringen duurder zijn geworden en/of fors duurder zijn ten opzichte van minder milieuvriendelijke alternatieven. De hogere korting moet er voor zorgen dat er meer duurzame investeringen worden gedaan.

Voorstel kabinet: aanpassing steunpercentages MIA

De MIA kent nu drie percentages: 13,5%, 27% en 36%. Vanaf 1 januari 2022 worden deze steunpercentages hoger: 27%, 36% en 45%. Op de Milieulijst staat aangegeven welk percentage geldt voor ieder bedrijfsmiddel. RVO vernieuwt de Milieulijst aan het einde van ieder jaar. In combinatie met de Vamil (Willekeurige afschrijving milieu-investeringen) kan het netto belastingvoordeel voor bedrijven hiermee oplopen tot ruim 14% van het investeringsbedrag.

De innovatieve bedrijfsmiddelen waarvoor de MIA gaat gelden worden bij de Milieulijst 2022 bekend. Onder het hoogste steunpercentage zullen kwalificerende groene investeringen worden gebracht. Voorbeelden die in aanmerking zouden kunnen komen zijn onder andere: nieuwe en innovatieve grondstofbesparende productieapparatuur, productieapparatuur voor het voorkomen van ontstaan van CO2 en volledig circulaire kantoorgebouwen of woningen.

Bron: www.rijksoverheid.nl

Overdrachtsbelasting

 

Sinds 1 januari 2021 betalen starters onder de 35 jaar eenmalig geen overdrachtsbelasting (ovb) bij aankoop van hun woning. Kopers vanaf 35 jaar die de woning zelf gaan bewonen betalen 2%. Kopers die de woning niet zelf gaan bewonen betalen 8%. Het kabinet regelt dat kopers bij onvoorziene omstandigheden na de koop maar vóór de overdracht niet automatisch het algemene tarief (8%) betalen.

Doel: rekening houden met onvoorziene omstandigheden bij overdrachtsbelasting

Om de startersvrijstelling of het verlaagde tarief (2%) toe te passen, moeten kopers voldoen aan de voorwaarde dat zij de woning langdurig als hoofdverblijf gaan gebruiken. In sommige situaties lukt dat niet. Bijvoorbeeld als kopers scheiden, of als een van beiden komt te overlijden. De huidige regeling houdt rekening met deze onvoorziene omstandigheden na overdracht bij de notaris. De kopers hoeven dan niet het algemene tarief van 8% te betalen. De startersvrijstelling of het lage tarief blijft in stand.

Voorstel kabinet: bij bepalen overdrachtsbelasting rekening houden met onvoorziene omstandigheden voor overdracht bij de notaris

Vanaf 1 januari 2022 wordt ook rekening gehouden met onvoorziene omstandigheden die zich eerder voordoen. Scheiden de kopers vóór de overdracht bij de notaris, maar na het moment van ondertekening van het koopcontract? Of komt één van hen te overlijden? Ook dan kan de startersvrijstelling of het lage tarief gelden. De kopers hoeven niet alsnog het algemene tarief van 8% te betalen als zij voldoen aan de volgende drie voorwaarden:

De onvoorziene omstandigheid vindt plaats tussen het tekenen van het koopcontact en het moment van overdracht bij de notaris.

Door de onvoorziene omstandigheid kan de koper niet voldoen aan het hoofdverblijfcriterium (langere tijd in de woning wonen).
De koper legt een ‘verklaring overdrachtsbelasting onvoorziene omstandigheden’ af, waarin hij aangeeft dat hij (of de persoon van wie hij heeft geërfd) tussen de datum van ondertekening van het koopcontract en de datum van de onvoorziene omstandigheid het voornemen had de woning als hoofdverblijf te gebruiken. Ook verklaart hij dat de onvoorziene omstandigheid de reden is dat hij redelijkerwijs niet in staat is de woning anders dan tijdelijk als hoofdverblijf te gaan gebruiken.

Stand van zaken wetsvoorstel

Dit voorstel is onderdeel van het Belastingplan 2022. Als de Eerste en Tweede Kamer dit voorstel goedkeuren, gaat het vanaf 1 januari 2022 in.

Bron: www.rijksoverheid.nl

Vergoeding Thuiswerkkosten

 

Door de coronacrisis werken veel mensen thuis. Veel werknemers en werkgevers willen afspraken maken om ook na de crisis (deels) thuis te blijven werken. Het kabinet introduceert daarvoor per 1 januari 2022 een onbelaste thuiswerkkostenvergoeding van maximaal € 2 per dag.

Doel: extra kosten voor werknemer door thuiswerken compenseren

Thuiswerken zorgt voor extra kosten voor de werknemer. Bijvoorbeeld voor:

  • water- en elektriciteitsverbruik;
  • verwarming;
  • koffie en thee;
  • toiletpapier.

Veel werkgevers hebben aangegeven hun werknemers een vergoeding te willen geven voor deze extra kosten. Dat blijkt ook uit het onderzoek van werkgeversvereniging AWVN onder 450 Nederlandse bedrijven. Hierin gaf 60% aan dat twee dagen per week thuiswerken de norm kan worden.

Voor het inrichten van een thuiswerkplek mag een werkgever al een onbelaste vergoeding geven. De kosten voor een bureaustoel, een computer of een telefoon, kan de werkgever via andere gerichte vrijstellingen van de werkkostenregeling vergoeden.

Voorstel kabinet: thuiswerkkostenvergoeding van maximaal € 2 per dag

Om werkgevers de mogelijkheid te bieden hun werknemers te vergoeden voor kosten door het thuiswerken, stelt het kabinet het volgende voor:

Het kabinet stelt de vergoeding na onderzoek door het Nibud vast op maximaal € 2 per thuisgewerkte dag of deel daarvan.
De werkgever hoeft geen loonheffing te betalen voor deze thuiswerkvergoeding.
Ook blijft een onbelaste reiskostenvergoeding voor woon-werkverkeer bestaan. Deze bedraagt maximaal € 0,19 per kilometer.
De werkgever kan per dag óf de thuiswerkkostenvergoeding, óf de reiskostenvergoeding geven.
De werknemer en werkgever kunnen vaste afspraken maken over het aantal dagen per week waarop de werknemer thuiswerkt. Op basis hiervan kan de werkgever een vaste vergoeding toekennen. Zo hoeft de werkgever niet per werkdag bij te houden welke vergoeding hij toekent. De vaste vergoeding hoeft niet te worden aangepast als incidenteel op een thuiswerkdag toch op kantoor wordt gewerkt, of andersom. Wanneer de werknemer structureel meer gaat thuiswerken of naar kantoor gaat, dan moet de vaste vergoeding worden aangepast.

Sommige werknemers zullen een deel van de dag thuiswerken en het andere deel op kantoor. Dan kiest de werkgever of hij voor die werkdag de onbelaste reiskostenvergoeding geeft, of de onbelaste thuiswerkkostenvergoeding. Beide kan niet.

Bron: www.rijksoverheid.nl

Aandelen optierechten

 

Werkgevers bieden medewerkers soms aandelenopties als loon aan in plaats van een regulier salaris. Start-ups en scale-ups doen dit bijvoorbeeld omdat deze jonge ondernemingen nog niet genoeg geld hebben om een passend salaris te betalen. Het kabinet wil werknemers de keuze geven wanneer belasting wordt geheven over de aandelenopties.

Doel: voorkomen dat start-ups of hun werknemers in geldproblemen komen als aandelenopties als loon worden verstrekt

Start-ups hebben minder financiële mogelijkheden om talentvolle medewerkers aan te nemen dan andere bedrijven. Hierdoor kunnen zij lastiger concurreren met deze bedrijven.

Bij aandelenoptierechten krijgen werknemers het recht om in een vooraf bepaalde periode een vooraf bepaald aantal aandelen te kopen tegen een vooraf vastgestelde prijs (uitoefenprijs). Werknemers moeten over de aandelenopties wel belasting betalen; het is namelijk een vorm van loon.

Er wordt nu belasting geheven als de werknemer de opties omzet in aandelen. Daarna heeft de werknemer als aandeelhouder voordelen. Bijvoorbeeld dividenduitkeringen en inspraak tijdens de aandeelhoudersvergadering.

Het nadeel van dit heffingsmoment is dat werknemers (en de werkgever) direct belasting betalen terwijl ze de aandelen niet altijd al mogen verkopen of voldoende geld hebben om de belasting te betalen.

Voorstel kabinet: werknemers kiezen wanneer zij belasting betalen

De werknemer kan vanaf 1 januari 2022 kiezen wanneer belasting wordt geheven:

De werknemer betaalt belasting op het moment waarop de aandelen verhandelbaar zijn en er daardoor wel geld beschikbaar is:
De werknemer betaalt belasting op het moment dat de opties worden omgezet in aandelen (zoals het was).
Aandelen zijn bijvoorbeeld verhandelbaar op het moment dat het bedrijf een beursgang maakt. Of wanneer een mogelijke contractbeperking afloopt, die werknemer en werkgever hebben afgesproken. De aandelen mogen dan worden verkocht of van eigenaar wisselen. Hiervoor geldt geen termijn waarbinnen de werknemer dit moet doen. Behalve als een bedrijf een beursgang maakt of al beursgenoteerd is. Dan mag de belastingheffing over de aandelen maximaal 5 jaar worden uitgesteld.

Gebruikelijk loon bij start-ups voor de directeur-grootaandeelhouder (dga)

Het kabinet heeft de (tijdelijke) regeling voor gebruikelijk loon voor start-ups verlengd tot 1 januari 2023. Het gebruikelijk loon voor de directeur-grootaandeelhouders mag de eerste 3 jaar worden vastgesteld op het wettelijk minimumloon. Zo kunnen dga’s loonkosten besparen terwijl ze hun bedrijf opzetten. De regeling zou per 2022 komen te vervallen als uit onderzoek blijkt dat de regeling niet effectief is. Het onderzoek is nog niet afgerond, daarom wordt de regeling verlengd.

Bron: www.rijksoverheid.nl

Inkomensafhankelijke Combinatiekorting (IACK)

 

Het kabinet stelt voor vanaf 1 januari 2022 de maximale IACK met € 318 per jaar te verlagen. De overheid heeft namelijk eerder besloten dat ouders per 2 augustus 2022, 9 weken van het ouderschapsverlof doorbetaald krijgen. De kosten hiervoor worden deels gecompenseerd met deze verlaging.

Bron: www.rijksoverheid.nl