Versoepeling coronabelastingschulden

Vanwege de coronacrisis kon de ondernemer tot uiterlijk 1 april 2022 uitstel van betaling vragen. In eerste instantie was dit tot uiterlijk 30 september 2021, daarna tot uiterlijk 31 januari 2022 en uiteindelijk tot en met 31 maart 2022. Ondernemers die al uitstel van betaling hadden tot 1 oktober 2021, kregen voor nieuwe schulden vanaf 1 oktober automatisch uitstel tot en met 31 maart 2022. Zij hoefden daarvoor geen nadere actie te ondernemen. Had de ondernemer nog geen uitstel of alle belastingschulden al afgelost, dan kon de ondernemer tot en met 31 maart 2022 opnieuw uitstel van betaling vragen. Per 1 april 2022 eindigde de mogelijkheid om in verband met corona uitstel van betaling te vragen definitief.

Uitstel belastingsoorten

Dit uitstel geldt voor alle belastingen die voor ingevolge het Besluit noodmaatregelen coronacrisis voor uitstel in aanmerking komen en waarvan de uiterste betaaldatum voor 1 april 2022 verstreek :

  •  loonheffingen (LB)
  • omzetbelasting (btw)
  • inkomstenbelasting/premies volksverzekeringen (IB)
  • inkomensafhankelijke bijdrage Zvw
  • vennootschapsbelasting (Vpb)
  • kansspelbelasting
  • assurantiebelasting
  • verhuurderheffing
  • milieubelastingen (energiebelasting en opslag duurzame energie- en klimaattransitie (ODE), kolenbelasting, afvalstoffenbelasting, belasting op leidingwater)
  • accijnzen
  • verbruiksbelastingen van alcoholvrije dranken
  • BPM vanaf het tijdvak mei 2020

Voor de omzetbelasting en loonheffing valt dus ook de aangifte februari 2022 in het uitstel, maar niet de aangifte maart 2022 of eerste kwartaal 2022.
De voorlopige aanslagen IB en VPB 2022 vallen ook volledig onder het bijzonder uitstel van betaling. Dus ook de termijnen over april tot en met december 2022 hoeft je klant nog niet te betalen. Deze gaan mee in afbetalingsregeling die start op 1 oktober 2022 (zie hierna). Dit geldt echter alleen als de 1 e termijn vóór 1 april 2022 verviel. Lag de uiterste betaaldatum van de 1 e termijn op of na 1 april 2022, dan valt de voorlopige aanslag buiten het bijzonder uitstel van betaling.

Let op! De ontvanger verleent geen uitstel van betaling en trekt verleend uitstel van betaling in als de belangen van de Staat zich tegen (verder) uitstel verzetten. Dit is onder meer het geval als de ontvanger vreest voor misbruik van de situatie waardoor verhaalsmogelijkheden in gevaar komen.

Basisregels aflossing

De startdatum voor het terugbetalen van coronaschulden is 1 oktober 2022. De ondernemer krijgt vóór 1 oktober 2022 een brief van de Belastingdienst, met een overzicht van zijn totale belastingschuld, de voorwaarden van de betalingsregeling en het maandbedrag van de betalingsregeling. Hij krijgt van de Belastingdienst dan een betalingsregeling aangeboden van 60 gelijke maandtermijnen waarmee de ondernemer dan iedere maand tot 1 oktober 2027 een vast bedrag terugbetaalt. De uiterste betaaldatum van de eerste betalingstermijn is 31 oktober 2022. Elke volgende termijn vervalt telkens een maand later.
Gedurende de betalingsregeling die loopt vanaf 1 oktober 2022 moet de ondernemer tijdig juiste aangiften indienen en de daaruit voortvloeiende betalingsverplichtingen tijdig en volledig nakomen. Doet de ondernemer dat niet, dan kan de ontvanger de betalingsregeling die loopt vanaf 1 oktober 2022 weigeren of beëindigen. De ontvanger moet de ondernemer wel eerst de gelegenheid geven om binnen veertien dagen alsnog aan de verplichtingen te voldoen, voordat de ontvanger de regeling kan beëindigen of weigeren.

Als de belangen van de Staat zich tegen de betalingsregeling verzetten, wordt deze niet toegekend of ingetrokken.
De Belastingdienst stelt de ondernemer tenminste eenmaal per half jaar schriftelijk op de hoogte van de afboeking van de betalingen van de ondernemer.

Let op!
Voor de belastingen die de ondernemer uiterlijk tussen 1 oktober 2021 en 31 maart 2022 had moeten voldoen maar waarvoor uitstel van betaling op grond van het besluit heeft gekregen, geldt het uitstel van betaling tot 1 oktober 2027 alleen als de betalingsproblemen van de ondernemer hoofdzakelijk door de coronacrisis zijn ontstaan. Deze voorwaarde is niet opgenomen voor de belastingen die de ondernemer uiterlijk 30 september 2021 had moeten voldoen.

Versoepeling algemeen

Naar aanleiding van onder meer de internetconsulatie (Internetconsultatie coronabelastingschulden • 05-04-2022) en gesprekken met ondernemersorganisaties heeft het kabinet besloten de betalingsregeling die ingaat op 1 oktober 2022 meer flexibel te maken. Op die manier wil het kabinet tegemoet komen aan problemen die in de kern gezonde ondernemingen ervaren bij het aflossen van de belastingschuld.
Ondernemers krijgen, onder voorwaarden, de mogelijkheid om de maandbedragen per kwartaal te voldoen, en
een incidentele betaalpauze (één keer gedurende maximaal drie maanden) in te lassen, en
de aflossingstermijn van de coronabelastingschuld te verlengen van 5 naar 7 jaar.

De Belastingdienst kan deze versoepelingen afzonderlijk, maar ook in combinatie toestaan, als aan alle voorwaarden daarvoor is voldaan. De Belastingdienst beslist in beginsel binnen acht weken na ontvangst van een verzoek van de ondernemer voor (één van) de versoepelingen.
Is een verzoek nog niet afgehandeld door de Belastingdienst, dan verwacht de Belastingdienst dat de ondernemer nog volgens de basisregels aflost (dat wil zeggen maandbetaling op basis van een aflossingstermijn van 5 jaar). Kan de ondernemer de maandbedragen niet volledig betalen? Laat hem dan in ieder geval betalen wat wel mogelijk is. In dat geval zal de Belastingdienst de betalingsregeling namelijk niet meteen stoppen maar hierover eerst contact zoeken.

Versoepeling betalingstermijn

De Belastingdienst kan na een schriftelijk en gemotiveerd verzoek eenmalig toestaan dat de ondernemer per kwartaal betaalt in plaats van per maand. Hiervoor gelden de volgende voorwaarden:
Uit de motivering van de ondernemer blijkt de noodzaak om per kwartaal af te lossen in plaats van per maand. Hiervan kan bijvoorbeeld sprake zijn als een onderneming een sterk fluctuerende omzet heeft vanwege seizoensinvloeden.
De ondernemer heeft geen openstaande belastingen die op of na 1 april 2022 betaald hadden moeten zijn, tenzij daar uitstel van betaling voor loopt.
Als de Belastingdienst de kwartaalbetalingen toestaat, is de uiterste betaaldatum van de eerstvolgende betaaltermijn: de laatste dag van het lopende kwartaal waarin het verzoek is ingediend. Bij een verzoek op bijvoorbeeld 10 oktober 2022, is de uiterste betaaldatum voor de maanden oktober tot en met december: 31 december 2022.

Versoepeling betaalpauze

De Belastingdienst kan na een schriftelijk en gemotiveerd verzoek eenmalig een betaalpauze van maximaal 3 maanden of 1 kwartaal (bij kwartaalbetaling) toestaan. Hiervoor gelden volgende voorwaarden:
Uit de motivering van de ondernemer wordt aannemelijk dat de ondernemer voor een korte periode aflossingsproblemen verwacht.
De ondernemer heeft geen openstaande belastingen die op of na 1 april 2022 betaald hadden moeten zijn, tenzij daar uitstel van betaling voor loopt.
De betaalpauze vangt aan met ingang van de eerstvolgende termijn die de ondernemer moet voldoen na de toestemming voor de betaalpauze.

Let op
Bij het toekennen van een betaalpauze wordt de duur van de betalingsregeling niet verlengd. De resterende termijnen worden dus hoger. Verzoeken voor een betaalpauze worden verder tijdens de betalingsregeling eenmalig ingewilligd.
Een eerder aangekondigde mogelijkheid om later aan te vangen met aflossen is vervallen en vervangen door de nieuwe versoepelingen van kwartaalbetalingen en een eenmalige betaalpauze.

Versoepeling aflossingstermijn

Het wordt voor sommige ondernemers mogelijk om de aflossingstermijn van de coronabelastingschuld op verzoek te verlengen van 5 naar 7 jaar. De betalingsregeling eindigt dan niet 1 oktober 2027 maar 1 oktober 2029. De voorwaarden voor deze verlenging zijn:

  • De verlenging is noodzakelijk en haalbaar.
  • De totale belastingschuld waarvoor de betalingsregeling geldt bedraagt op het moment van het verzoek minimaal € 10.000.
  • De ondernemer heeft geen openstaande belastingschuld die op of voor 12 maart 2020 betaald had moeten zijn, waarvoor de dwanginvordering was opgestart en waarvoor op 12 maart 2020 geen uitstel van betaling liep.
  • De ondernemer heeft geen openstaande belastingen die op of na 1 april 2022 betaald hadden moeten zijn, tenzij daar uitstel van betaling voor loopt.

Voor de verlenging moeten ondernemers een verzoek indienen bij de Belastingdienst. Dit verzoek moet aan de volgende eisen voldoen:

  • Het verzoek moet schriftelijk en gemotiveerd zijn.
  • Om de noodzakelijkheid en haalbaarheid van de verlenging te kunnen beoordelen moet de ondernemer een liquiditeitsprognose van de komende 24 maanden bijvoegen (gerekend van de datum van indiening van het verzoek). Uit dit overzicht moet de aflossingscapaciteit van de ondernemer blijken.

Bij een openstaande coronabelastingschuld van € 50.000 of meer gelden twee aanvullende voorwaarden:

  • bijvoegen van de jaarstukken van de drie laatste boekjaren
  • bijvoegen van een verklaring van een deskundige derde waarin deze verklaart dat:
    de noodzaak en haalbaarheid van de gevraagde verlenging van de betalingsregeling aannemelijk is en
    er geen indicaties zijn dat de onderneming niet levensvatbaar is.

Er gelden geen formele eisen voor de derde deskundige. Dit kan bijvoorbeeld een externe consultant, een externe financier, een brancheorganisatie of de (huis)accountant zijn.
Als de Belastingdienst van mening is dat aanvullende informatie nodig is om de verlenging goed te kunnen beoordelen, kan de Belastingdienst de ondernemer vragen deze te verstrekken.
Een verzoek kan de hele looptijd van de betalingsregeling ingediend worden.
Naast de hiervoor genoemde voorwaarden gelden ook de voorwaarden die voor de basis betalingsregeling al gelden. Dat wil zeggen dat de ondernemer tijdig juiste aangiften moet indienen en de daaruit voortvloeiende betalingsverplichtingen tijdig en volledig moet nakomen.