Kabinet komt met maatregelen tegen arbeidsmarktkrapte

 

Minister Van Gennip (SZW) heeft de Tweede Kamer geïnformeerd over de maatregelen die het kabinet wil nemen tegen de arbeidsmarktkrapte.

Er is sprake van uitzonderlijke krapte op de arbeidsmarkt in een groot aantal sectoren, in Nederland en ook in Europa. Een krapte die niet zomaar zal verdwijnen of eenvoudig kan worden opgelost. Daarom werkt het kabinet aan een arbeidsmarkt die beter bestand is tegen periodes van krapte. Het kabinet ziet een duidelijke rol voor de overheid, naast de essentiële rol van werkgevers en werkenden zelf, schrijft de minister in de Kamerbrief.

Oproep aan werkgevers en werknemers

Het kabinet doet ook een nadrukkelijke oproep aan werkgevers én werknemers om zich extra in te zetten. Werkgevers kunnen bijvoorbeeld via het bieden van betere arbeidsvoorwaarden en andere werving beter de huidige groep werkzoekenden vinden en aan zich binden. Ook kunnen zij inzetten op innovatie en zo de productiviteit van werknemers verhogen. Werknemers kunnen op hun beurt gebruik maken van de opleidingsmogelijkheden die er nu zijn, zodat zij breed inzetbaar zijn in een veranderende arbeidsmarkt. Ook moedigt het kabinet werknemers die dat kunnen en willen aan om meer uren te maken. Net die paar uur per week kan het verschil maken, daar hebben werkgevers ook een rol in.

Meer werken loont

Het kabinet stimuleert dat op haar beurt door maatregelen te nemen zodat werken meer loont, zoals het verhogen van het minimumloon, het verlagen van de belastingdruk voor met name lage en middeninkomens, werkenden en gezinnen en er wordt gekeken naar het verlagen van de marginale druk.

Maatregelen kabinet

Om te zorgen voor een goed functionerende arbeidsmarkt en om krapte te verminderen, zet het kabinet in op de volgende drie richtingen:

  • het verminderen van de vraag naar arbeid;
  • het vergroten van het arbeidsaanbod; en
  • het verbeteren van de match tussen vraag naar en aanbod van arbeid.

De aanpak bestaat uit zes acties voor de overheid. Het betreft:

  • Stimuleren van technologie- en procesinnovatie
  • Inzet op arbeidsaanbod
  • Verbeteren van de match
  • Stimuleren van meer uren werken
  • Inzet op leven lang ontwikkelen
  • Verbeteren aansluiting initieel onderwijs en arbeidsmarkt.

De zes acties onder de loep.

Actie 1: Stimuleren van technologie en procesinnovatie
We moeten hetzelfde werk met minder mensen kunnen doen. Daarom blijft het kabinet zich inzetten voor het toepassen en stimuleren van arbeidsbesparende technologie en andere vormen van procesinnovatie.

Deelacties binnen actie 1:

  • Sectorale aanpak adoptie en opschaling procesinnovaties
  • Integrale aanpak arbeidsbesparende en ondersteunende technologieën
  • Verminderen regeldruk en administratieve lasten
  • Digitale vaardigheden onderdeel maken van het po/vo onderwijscurriculum
  • Standaarden gebruiken bij aanbestedingen
  • Praktijkgericht onderzoek

Actie 2: Inzet op arbeidsaanbod

  • Verhogen en moderniseren minimumloon
    Het kabinet verhoogt per 2023 het wettelijk minimumloon stapsgewijs met in totaal 7,5%. Daarnaast wordt ook het wettelijk minimumuurloon geüniformeerd naar een 36-urige werkweek. Voor werkenden in beroepen die op of rondom het minimumloon zitten, wordt het hierdoor aantrekkelijker om (meer) te gaan werken.
  • Verruimen van de bijverdiengrenzen in de Participatiewet
  • Actieplan Dichterbij dan je denkt
  • Extra inzet op maatwerk
  • Arbeids- en kennismigratie
  • Werkgeversservicepunt arbeidsmigratie van buiten de EU. Het kabinet is van plan de voorlichting richting werkgevers te verbeteren ten aanzien van het aanvragen van werkvergunningen voor arbeidsmigranten van buiten de Europees Economische Ruimte (EER). Werkgevers zijn niet altijd goed op de hoogte van de vereisten om in aanmerking te komen voor een werkvergunning.

Actie 3: Verbeteren van de match

  • Uitbreiding arbeidsmarktinfrastructuur
  • Opschaling van loopbaanpaden
  • Scholingsbudget WW
  • Het kabinet gaat verkennen of het huidige scholingsbudget WW kan worden voortgezet.
  • Kennisloket strategisch HR-beleid
  • Banenafspraak

Actie 4: Stimuleren van meer uren werken

Het bevorderen van meer uren of voltijds werken kan een belangrijke bijdrage leveren aan het adresseren van de krapte op de arbeidsmarkt, vooral in publieke sectoren zorg en onderwijs. Het kabinet zet in op het makkelijker maken voor werknemers en werkgevers om banen te combineren, voor ouders om arbeid en zorgtaken te combineren en het financieel aantrekkelijk te maken om (meer uren) te werken.

Kinderopvangtoeslag – 95 procent vergoed

Om het voor jonge ouders gemakkelijker te maken meer uren te werken, zet het kabinet in op een nieuw stelsel van kinderopvang. Er wordt 2,2 miljard euro geïnvesteerd om een hoge, inkomensonafhankelijke vergoeding van 95 procent voor alle werkende ouders mogelijk te maken, direct gefinancierd aan kinderopvangorganisaties. In 2023 wordt als eerste tussenstap de koppeling met het aantal gewerkte uren losgelaten. Hiermee wordt het stelsel significant eenvoudiger en wordt het makkelijker voor ouders om arbeid en zorg te
combineren.

Betaald ouderschapsverlof

Daarnaast heeft het kabinet het uitkeringspercentage van het ouderschapsverlof verhoogd naar 70 procent van het dagloon. Ouders hebben vanaf 2 augustus 2022 recht op 9 weken betaald ouderschapsverlof tegen een uitkering ter hoogte van 70 procent van het dagloon (max. 70 procent van het maximum dagloon), op te nemen binnen 1 jaar na de geboorte. Deze maatregel maakt het mogelijk voor ouders, met name moeders, van jonge kinderen om (meer uren) te werken.

Verminderen marginale druk

Het is belangrijk dat (meer) werken loont. Voor mensen die nu langs de kant staan is het belangrijk dat het voldoende financieel aantrekkelijk is als zij een baan accepteren. Dat is een van de redenen waarom dit kabinet het minimumloon verhoogt, en, naast de aankondigingen uit de Voorjaarsbesluitvorming, € 2,4 miljard uittrekt voor lastenverlichting voor met name lage en middeninkomens, werkenden en gezinnen. Hierdoor daalt de gemiddelde belastingdruk. Het is ook belangrijk dat het voor mensen die al een baan hebben voldoende aantrekkelijk is om meer uren te gaan werken. Voor deze groep is met name van belang dat de marginale druk niet te hoog is. Dit kabinet wil stappen zetten om de marginale druk te verlagen, onder andere door de voorgenoemde hervorming van de kinderopvangtoeslag. Dit verlaagt de marginale druk voor werkende ouders. Hier staat wel tegenover dat in het Coalitieakkoord het voornemen is opgenomen om de IACK af te schaffen voor nieuwe gevallen, waardoor de marginale druk stijgt voor minstverdienende partners met jonge kinderen en met name voor lagere inkomens.

Toeslagen afschaffen

Naast de hervorming van de kinderopvangtoeslag heeft het kabinet de ambitie om werken ook op andere manieren lonender te maken. Zo is in het coalitieakkoord de wens opgenomen om alle andere toeslagen af te schaffen. Een concrete stap in de richting van afschaffing is bijvoorbeeld de hervorming van de huurtoeslag, waaronder het invoeren van genormeerde huren. Daarnaast heeft het kabinet de ambitie om in augustus nieuwe maatregelen te nemen om de marginale belastingdruk gericht te verlagen.

Meer uren werken en voltijdsbonus

Het kabinet onderstreept vanwege de personeelstekorten de urgentie van het stimuleren van meer uren werken, en wil daartoe verdergaande maatregelen nemen. Een van de mogelijke opties is een financiële prikkel om meer uren werken te stimuleren, in eerste instantie in het onderwijs en de zorg. Indien het aanzienlijke aantal mensen dat nu met contracten van rond de 28 uur een aantal uren extra gaat werken levert dat al een flinke bijdrage. Daarom onderneemt het kabinet de komende periode actie op het financieel stimuleren in deze sectoren, waaronder het mogelijk maken van een voltijdsbonus. De juridische bezwaren rond varianten van de voltijdbonus, zoals geschetst door het College voor de Rechten van de Mens, worden hierbij meegenomen. Naast dit soort prikkels om meer uren te werken, verkent het kabinet ook wat het kan doen als het gaat om een cultuuromslag over deeltijdwerk, het aanpakken van de marginale druk, het combineren van twee banen, en aanpassingen van werkgevers en werknemers als het gaat om roostering van werkgevers, in scholen en bij organisaties. Daarbij zullen ook de gevolgen van meer uren betaald werken voor bijvoorbeeld (mantel)zorg of vrijwilligerswerk worden meegenomen.

Actie 5: Inzet op Leven Lang Ontwikkelen

  • Inzet van STAP-budget en SLIM-regeling
  • Extra inzet op de ontwikkeling van een passend aanbod voor bij- en omscholing
  • Transparantie over opleidings- en financieringsmogelijkheden
  • Omscholingsregeling voor kansrijke beroepen
    Het kabinet verbetert de al bestaande coronagerelateerde subsidieregeling voor omscholing richting kansrijke beroepen in de ICT en techniek. Deze regeling zal dit jaar opnieuw open worden gesteld. Met deze regeling kunnen werkgevers subsidie aanvragen wanneer ze een medewerker aannemen in een krapteberoep in deze transities. De nieuwe medewerker moet een arbeidsovereenkomst krijgen voor minimaal de periode van het omscholingstraject en de werkgever moet de intentie hebben daarna tot een duurzame arbeidsrelatie over te gaan.

Actie 6: Verbeteren aansluiting tussen onderwijs en arbeidsmarkt

  • Verstevigen van loopbaanoriëntatie en -begeleiding
  • Aandacht voor jongeren met afstand tot de arbeidsmarkt
  • Opschalen publiek-private samenwerkingen (PPS) in het beroepsonderwijs
  • Toekomstgericht macrodoelmatigheidsbeleid mbo en ho
  • Stimuleren gelijke kansen op stage en werk (Stagepact)

Het kabinet gaat op basis van de drie lijnen (verminderen arbeidsvraag, vergroten arbeidsaanbod en verbeteren van de matching) en de zes hierboven uitgewerkte acties de komende tijd aan de slag om krapte te bestrijden.

Kamerbrief over aanpak krapte op arbeidsmarkt

Bron: Accountancyvanmorgen