Je voorlopige aanslag controleren; voorkom belastingrente door een (aanvullende) voorlopige aanslag

 

Inmiddels heb je mogelijk de voorlopige aanslag inkomstenbelasting/vennootschapsbelasting 2022/2023 ontvangen. In december en januari verstuurd de Belastingdienst de voorlopige aanslagen. Belangrijk is dat je het belastbaar bedrag goed controleert en wanneer nodig contact met ons opneemt; dan kunnen wij de fiscus verzoeken om een aanvullende aanslag op te leggen.

Belastingrente

De belastingrente voor de inkomstenbelasting bedraagt 7,5 procent. Voor de vennootschapsbelasting bedraagt deze 10 procent. Laat op tijd een goede schatting maken van het belastbaar inkomen (of de winst van jouw onderneming), hierdoor kan belastingrente worden voorkomen.

Voor meer informatie over de voorlopige aanslag kun je mailen naar info@b360.nl of telefonisch contact opnemen via 058-2655526

Niet elke sector profiteert van economische groei

 

De economische vooruitzichten voor Nederland zijn in het algemeen positief en daar profiteren met name de handel en de horeca van. Maar niet elke sector profiteert van de economische groei. De bouwsector krijgt juist last van een dip in de nieuwbouw en de uitzendbranche ervaart een dalende vraag.

Economen van de Rabobank verwachten een “gestage groei” van de economie, voor dit jaar van 0,7 procent. Dat is vergelijkbaar met prognoses van branchegenoot ABN Amro. In 2025 zal de economie met 1,2 procent groeien, denkt Rabobank. “De uitgaven van huishoudens nemen naar verwachting flink toe door het forse koopkrachtherstel, en ook de overheidsuitgaven blijven een belangrijke aanjager van de economische activiteit”, licht Rabobank-econoom Carlijn Prins toe.

Herstel koopkracht

Daar profiteren met name de handel en horeca van. “Door het herstel van de koopkracht verwachten we dat die sectoren groeien”, legt hoofd sectormanagement zorg, handel, industrie en dienstverlening André Vermeulen uit. Consumenten blijven uit eten gaan, waardoor de omzet van restaurants en andere bedrijven in de foodservice kan groeien met 2 tot 3 procent, denkt hij.

Daarnaast herstellen bedrijfsinvesteringen volgens Rabobank pas vanaf eind 2024. Ook de vraag vanuit het buitenland trekt slechts beperkt aan, meent de bank. Vermeulen verwacht onder meer een krimp voor de transportsector, die “lijdt onder de geopolitieke spanningen en een afname van de bouwactiviteit”.

Lichte stijging werkloosheid

Prins verwacht een lichte stijging van de werkloosheid, omdat de economie net iets minder snel groeit dan mogelijk is. “Om die potentiële groei te berekenen kijken we naar hoeveel arbeid er is, hoeveel kapitaal zoals machines, computers, software en hoe efficiënt mensen werken”, legt Prins uit. “Dit bepaalt hoeveel producten en diensten een land maximaal kan maken, en wij verwachten dat de groei van de vraag naar producten en diensten dit net niet zal bijbenen. Hierdoor kan de werkloosheid wat oplopen en zal de inflatie nog wat verder dalen.”

Bron: ANP

Een op elf zzp’ers fraudeerde bij belastingaangifte

 

Een deel van de zelfstandigen neemt het niet zo nauw met de regels bij de belastingaangifte. Eén op de elf zzp’ers fraudeerde in het verleden weleens bij de aangifte inkomstenbelasting.

Dat blijkt uit onderzoek van financeplatform Boekhouder.nl. Van de vierhonderd ondervraagde zzp’ers antwoordde negen procent “ja” op de stelling “Ik heb weleens bewust een factuur niet opgegeven bij de belastingaangifte”. Nog eens twaalf procent gaf aan dat niet (meer) zeker te weten.

Minder dan acht op de tien zelfstandigen kunnen dus met zekerheid zeggen nooit (bewust) gefraudeerd te hebben. “Een zorgelijke conclusie, maar ergens ook wel begrijpelijk met in het achterhoofd dat liefst een op de vier zzp’ers financiële zorgen heeft”, aldus de onderzoekers.

Vaak geen zakelijke rekening

Opvallend is dat een kwart van de zzp’ers hun inkomsten op een privérekening ontvangt. Een zakelijke rekening is weliswaar niet verplicht, maar diverse banken hebben wel als voorwaarde dat een privérekening niet zakelijk mag worden gebruikt.

Volgens de onderzoekers zorgt het voor vermenging van zakelijke en privé-inkomsten en uitgaven, waardoor je als zzp’er weinig overzicht hebt. Zeker bij een gebrekkige administratie is het op die manier moeilijk om zakelijke transacties terug te vinden en correct op te geven bij de belastingaangifte.

Boekhouding eenvoudiger

Door de komst van online boekhoudprogramma’s en boekhoudapps wordt het bijhouden van de boekhouding steeds eenvoudiger. Inmiddels doet bijna de helft van de zzp’ers de boekhouding zelf.

Toch waarschuwt Boekhouder.nl met name startende zzp’ers voor het risico op fouten, die kunnen leiden tot boetes of gemiste fiscale voordelen. “De praktische kant van het boekhouden wordt je door software grotendeels uit handen genomen. Daardoor krijgt de boekhouder steeds meer een adviserende rol, die voor veel zelfstandigen nog altijd erg waardevol kan zijn.”

Bron: accountant.nl

50% vergrijpboete voor niet opgeven contante stortingen dga

 

Een dga die ten laste van zijn bv contante bedragen op zijn privérekening stort zonder dit administratief te verwerken, riskeert een vergrijpboete.

Een man is enig aandeelhouder en bestuurder van een holding, die 50% van de aandelen in een bv houdt. De holding bestuurt deze bv samen met een de holding van een andere persoon. De man is met deze andere persoon tot de volgende taakverdeling gekomen; de man houdt zich bezig met de financiële zaken van de bv en de ander houdt zich bezig met de personeelszaken. De man verstrekt maandelijks de primaire gegevens aan de fiscaal dienstverlener van de bv. Deze dienstverlener stelt onder andere de fiscale jaarstukken en de aangiften vennootschapsbelasting op. Ook dient hij de aangiften omzetbelasting in. Wanneer de inspecteur een boekenonderzoek houdt, constateert hij dat de detailgegevens van de in het kassasysteem geregistreerde transacties niet zeven jaar zijn bewaard. Daardoor is geen verbandscontrole mogelijk tussen de inkopen en de verkopen. Daarnaast bevat de administratie meer gebreken. De Belastingdienst weet vrijwel zeker dat de kasadministratie is gemanipuleerd.

Theoretische omzetberekening van de fiscus

Vervolgens stelt de inspecteur zelf een theoretische omzetberekening op. Hij komt op veel hogere omzetten uit dan de bv heeft opgegeven. De man kan daarvoor geen afdoende verklaring geven. Nadat de man weigert afschriften van zijn privé bankrekening te overleggen, vraagt de Belastingdienst deze gegevens op bij de bank. Het blijkt dat de man gedurende vijf jaren geregeld contant geld op zijn bankrekening heeft gestort. De inspecteur meent dat het hier gaat om niet verantwoorde winstuitdelingen door de bv. Daarom legt hij de man navorderingsaanslagen inkomstenbelasting en vergrijpboete op van 50%. De man gaat in beroep tegen deze navorderingsaanslagen en vergrijpboetes.

Dubbele bewustheid van bevoordeling

Volgens de man beschikt de inspecteur niet over het vereiste nieuwe feit om een navorderingsaanslag te kunnen opleggen. Maar hof Den Haag merkt de ontdekking van de stortingen op de privébankrekening aan als een nieuw feit. Bovendien vindt de rechtbank aannemelijk dat de man inderdaad winstuitdelingen heeft genoten. Omdat hij bestuurder was van de bv, moet sprake zijn van dubbele bewustheid: bij de man zelf en bij zijn bv. Daarmee maakt de Belastingdienst ook voldoende aannemelijk dat sprake is van voorwaardelijke opzet. Het hof verklaart het beroep van de man ongegrond.

Wet: art. 16 en 67e AWR en art. 4.12 Wet IB 2001
Besluit: par. 27 en 28 BBBB
Bron: gerechtshof Den Haag 15 november 2023 (gepubliceerd 26 februari 2024) ECLI:NL:GHDHA:2023:2726, BK-22/00445 tot en met BK-22/00448

Veel ondernemers verwachten weer prijsstijgingen

 

Veel Nederlandse ondernemers voorzien verdere prijsstijgingen, vooral binnen de bouw en de dienstverlening. Tegelijkertijd geeft iets meer dan de helft van de ondernemers aan kostenstijgingen niet of nauwelijks te kunnen doorberekenen aan hun klanten.

Ondernemers kregen de afgelopen jaren te maken met prijsstijgingen van onder andere energie en grondstoffen. In hoeverre ze de gestegen kosten kunnen doorberekenen aan hun klanten verschilt sterk. “Bijna 4 procent zegt de kostenstijgingen volledig te kunnen doorberekenen, en bijna 42 procent voor een groot deel”, aldus het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). In de bouw denkt ruim 60 procent de kosten grotendeels te kunnen doorberekenen.

In de landbouw en visserij geven ondernemers met bijna 31 procent het vaakst aan dat gestegen kosten geheel niet kunnen worden doorberekend. Ook voor detailhandelaren en horecabazen is dit problematisch.

Zorgelijke ontwikkeling

Volgens het statistiekbureau ziet één op de vijf ondernemers prijsstijgingen als meest zorgelijke ontwikkeling voor hun bedrijf in 2024. Bijna een kwart noemt de krapte op de arbeidsmarkt als grootste zorg. Dat is vooral het geval in de bouw, de autobranche en de zakelijke dienstverlening. In de groothandel, industrie, en vervoer en opslag, wordt relatief vaak politieke spanningen genoemd. Iets meer dan 34 procent van de ondernemers geeft aan geen zorgelijke ontwikkelingen te ervaren.
Het onderzoek is uitgevoerd in samenwerking met de KVK, het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB), MKB-Nederland en VNO-NCW.

Bron: ANP

Ministerie van EZK voert aantal wijzigingen door per begin 2024

 

Het ministerie van Economische Zaken en Klimaat voert een aantal veranderingen in regels en wetten door, die begin 2024 ingaan. Zo kan een bv straks online worden opgericht en wordt de Omgevingswet van kracht.

De regels voor online bescherming van consumenten worden aangescherpt. Ook wijzigt de lijst van duurzame investeringen die in aanmerking komen voor de energie-investeringsaftrek, net de jaarlijkse vaststelling van bedragen voor coöperatieve energieopwekking.

Digital Services Act

De nieuwe Digital Services Act (DSA) geldt vanaf 17 februari voor veelgebruikte onlinemarktplaatsen, sociale netwerken, zoekmachines, cloudaanbieders, online reis- en accommodatieplatforms, internetproviders en platforms om content te delen zoals videoplatforms.

Onlinemarktplaatsen moeten meer informatie inwinnen én publiceren over de bedrijven (handelaren) op hun platform. Ook moeten digitale diensten onder andere de regels voor het verwijderen van informatie of gebruikersaccounts uitgebreider uitleggen aan gebruikers. In de DSA wordt het online platforms verboden nog langer advertenties te personaliseren op grond van bijvoorbeeld geloofsovertuiging of seksuele geaardheid. Minderjarigen worden extra beschermd tegen gepersonaliseerde advertenties.

Digital Markets Act

Vanaf 6 maart moeten zes bekende digitale platforms met in totaal 22 van hun diensten voldoen aan de nieuwe Digital Markets Act (DMA). Het gaat om Alphabet (onder andere Google Search, YouTube), Amazon, Apple (onder andere Appstore), ByteDance (TikTok), Meta (onder andere Facebook, Whatsapp) en Microsoft (onder andere Windows, LinkedIn).

Door de DMA kunnen gebruikers van deze platforms straks individuele berichten sturen van de ene naar de andere berichtendienst. Ook mogen appontwikkelaars niet langer worden gedwongen om het betaalsysteem te gebruiken van appstores en mogen platforms eigen producten of diensten niet bevoordelen, bijvoorbeeld door ze bovenaan de zoekresultaten te zetten.

Ook regelt de DMA de mogelijkheid om eigen data van een platform naar een ander platform mee te nemen en de mogelijkheid vooraf geïnstalleerde apps te kunnen verwijderen. Verder komt er een ruimere meldingsplicht om fusies en overnames in de digitale economie te kunnen beoordelen.

Bv online oprichten

Nederland telt meer dan 400.000 bedrijven die de besloten vennootschap (bv) als rechtsvorm hebben. Een nieuwe bv kan vanaf 1 januari voor het eerst ook online worden opgericht, zónder dat een ondernemer fysiek hiervoor naar een kantoor van een notaris hoeft te gaan.

De notaris stelt een akte op die samen met de ondernemer via videobellen wordt doorgenomen en waarbij de ondernemer zich met een digitaal identificatiemiddel legitimeert. De akte kan ook online ondertekent worden. Een notaris mag weigeren om de oprichting online te doen, bijvoorbeeld bij een vermoeden van identiteitsfraude of twijfel of een aanvrager zelfstandig beslissingen kan nemen.

Omgevingswet

De Omgevingswet, die ingaat per 1 januari, bundelt een groot aantal wetten, regels en voorschriften over de fysieke leefomgeving in één wet. Daarnaast zorgt de wet voor één digitaal loket voor het aanvragen van vergunningen en de start van projecten. De wet heeft ook gevolgen voor ondernemers en hun activiteiten (zoals bedrijfspanden, industrieterreinen) en voor de energietransitie en infrastructuur. Meer informatie over de wet is te vinden via het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.

Subsidie voor isolatie en warmtepompen

De Investeringssubsidie Duurzame Energie en Energiebesparing (ISDE-regeling) verandert per 1 januari. Huiseigenaren kunnen komend jaar met de ISDE-regeling opnieuw subsidie aanvragen voor het verduurzamen van hun woning, zoals isolatie of een warmtepomp.

De subsidiebedragen voor isolatie met biobased materialen, zoals hout en vezelhennep, zijn verhoogd. Daarnaast wordt het makkelijker om subsidie aan te vragen voor de isolatie van monumentale panden.

Subsidie coöperatieve energieopwekking

Met de Subsidieregeling Coöperatieve Energieopwekking (SCE) kan een energiecoöperatie of vereniging van eigenaars (VvE) in aanmerking komen voor subsidie op hernieuwbare (duurzame) elektriciteit uit zonne-energie, windenergie of waterkracht. De subsidie bedraagt het verschil tussen een basisbedrag (de kostprijs voor de productie van hernieuwbare elektriciteit) en een correctiebedrag waarin de elektriciteitsprijs meetelt.

Per 1 januari worden de voorlopige correctiebedragen van 2024 aangepast om de ontwikkeling van de stroomprijzen mee te laten tellen in de hoogte van de subsidie.

Energielijst 2024

De Energielijst 2024 bepaalt welke duurzame investeringen in aanmerking komen voor de Energie-investeringsaftrek (EIA) in 2024. De belangrijkste wijziging ten opzichte van 2023 is dat veel investeringen die zich in een periode korter dan vijf jaar terugverdienen, uit de Energielijst zijn verwijderd.
De energiebesparingsplicht verplicht bedrijven namelijk al om dergelijke investeringen te doen. Hiervoor heeft de EIA dus niet langer een stimulerend effect. Zo komen bijvoorbeeld zonnepanelen met een vermogen groter dan 55 kiloWatt niet meer in aanmerking, vanwege de (gemiddelde) terugverdientijd.

Bron: Ministerie van EZK

KvK maakt overzicht van nieuwe wetten en regels voor ondernemers vanaf 2024

 

Ondernemers hebben vanaf 1 januari 2024 te maken met een aantal nieuwe wetten, wetswijzigingen en regels. De website van de Kamers van Koophandel, kvk.nl, biedt een praktisch overzicht van de belangrijkste wijzigingen voor zzp’ers en mkb-ondernemers.

Zo is het wettelijk minimumloon per maand vanaf 1 januari veranderd naar een minimumloon per uur. Het oprichten van een BV kan voortaan ook online gebeuren, met behulp van een videoverbinding met een notaris en digitale ondertekening.

De onbelaste reisvergoeding is op 1 januari omhoog gegaan naar 0,23 euro per kilometer. De mkb-winstvrijstelling is van 14 procent naar 12,7 procent gedaald. De zelfstandigenaftrek is verlaagd van 5.030 euro in 2023 naar 3.750 euro voor dit jaar.

Het tarief in box 3 van de inkomstenbelasting is eerder dan gedacht verhoogd van 32 naar 34 procent. De Bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) en Doorschuifreling (DSR) zijn voor 2024 versoberd, de regels voor de herinvesteringsreserve (HIR) zijn vanaf dit jaar juist ruimer.

Overzicht

Het overzicht van wijzigingen en nieuwe regels gaat van een verbod op plastic bestek en wegwerpservies in de horeca, tot het van kracht worden van de nieuwe Omgevingswet.

Het KvK-overzicht is handig voor zzp’ers en mkb-ondernemers. Een aantal zaken is recent tevens gemeld door het ministerie van EZK. De NBA publiceerde in november vorig jaar ook de bekende fiscale eindejaarstips.

KvK: ‘Nieuwe wetten en regels voor ondernemers vanaf 2024

Merendeel ondernemers is onverzekerd bij ziekte

 

Het grootste deel van de Nederlandse ondernemers is niet verzekerd tegen inkomensverlies bij ziekte of arbeidsongeschiktheid. Ook kan 52 procent het niet langer dan drie maanden uithouden zonder inkomen.

Dat staat in de Kleinbedrijf (KB) Index, een onderzoek van de Hogeschool Utrecht, microfinancier Qredits en ondernemersvereniging Ondernemend Nederland (ONL).

Het gaat volgens het onderzoek om meer dan een miljoen Nederlanders die onverzekerd zijn bij ziekte. Ondernemers zijn daarnaast financieel nog kwetsbaarder, omdat meer dan de helft zichzelf een loon uitkeert dat onder het minimumloon ligt. “Dit wordt verergerd door het feit dat velen onvoldoende reserves hebben om langer dan drie maanden te overbruggen. Het partnerinkomen is bij de meerderheid van de ondernemers onvoldoende om op terug te vallen”, volgens de KB Index.

Toeslagen

Ondernemers maken onvoldoende gebruik van toeslagen, zien de onderzoekers. In veel gevallen denken ondernemers dat ze niet in aanmerking komen voor toeslagen. Dat komt volgens de Kleinbedrijf Index door onwetendheid en ondernemers die denken dat hun inkomen te hoog is. Brancheorganisaties, werkgeversverenigingen en de Belastingdienst zouden ondernemers beter moeten informeren over toeslagen, vinden de partijen.

Ondernemersvertrouwen neemt toe

Wel is er een stijgende lijn in de bedrijfsresultaten. Het ondernemersvertrouwen neemt toe en het aantal ondernemers dat verwacht de zaak binnen een half jaar te moeten sluiten, daalt. Ook groeien steeds meer bedrijven, waarbij vooral starters en ondernemers met personeel de wind mee hebben.

Bron: ANP

RVO wil zaken voor ondernemers simpeler en aantrekkelijker maken

 

De Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO) noemt het geheel aan overheidsregels, wetten en programma’s te omvangrijk en te complex, door de stapeling van politieke wensen en beleid. De politiek vergeet bij plannen vaak de uitvoerbaarheid, aldus de uitvoeringsorganisatie.

Het moet simpeler, stelt de RVO in haar uitgave Stand van RVO van 2023. Daarin schetst de uitvoeringsorganisatie de belangrijkste knelpunten bij de dienstverlening aan ondernemers. “Het is tijd om minder te willen”, stelt de RVO, die pleit voor minder administratieve druk en minder frustratie bij ondernemers, “zonder dat de overheid in ambities gas terugneemt”.

De organisatie wil dat bij politiek en beleid de haalbaarheid, uitvoerbaarheid en de ambitie om het simpel te houden centraal komt te staan. “Alleen dan kan de volle potentie van ondernemend Nederland worden ingezet om een bijdrage te leveren aan de transities waar Nederland voor staat.”

Uitvoering

In de publicatie roept de RVO de politiek en beleidsmakers om de uitvoering te betrekken bij het ontwerp van nieuwe wetten en regelingen, om valse verwachtingen te voorkomen. Bij de uitvoering moet de grootste groep de norm bepalen, zodat een regeling grotendeels geautomatiseerd kan worden uitgevoerd. “Zo ontstaat ruimte bij de uitvoering voor maatwerk voor de uitzonderingen”, aldus de RVO. “Nu wordt te vaak de uitzondering tot norm verheven en creëren we complexiteit en onuitvoerbare regelingen.”

Volgens de uitvoeringsorganisatie zijn er te veel regelingen vanuit verschillende ministeries, die met elkaar concurreren of conflicteren. Dat vraagt om betere Rijksbrede coördinatie, betere samenwerking en meer bundeling van regels. “Het uitgangspunt moet altijd zijn: Houd het simpel.”

Administratieve lasten

De RVO pleit voor het verminderen van de administratieve lasten voor ondernemers. “Complexiteit die ondernemers ervaren bestaat uit vaak onnodige administratieve druk die voortkomt uit bewijslast”, stelt de organisatie. Ondernemers zien door de bomen het bos niet meer, haken af en raken gefrustreerd.
De RVO ondersteunt jaarlijks zo’n 1,9 miljoen ondernemers. In 2022 was daarmee een bedrag van € 12,4 miljard gemoeid.

Bron: Accountant.nl

Geld voor scholing blijft op de plank liggen volgens werkgevers

 

Werknemers gebruiken een groot deel van de beschikbare opleidingsbudgetten niet. In totaal laten Nederlandse werknemers jaarlijks meer dan 1,5 miljard euro opleidingsgeld liggen, tot wel 45 procent van de jaarlijkse budgetten.

Voor het gros van de 8,1 miljoen werkenden wordt jaarlijks gemiddeld 700 euro door werkgevers beschikbaar gesteld om uit te geven aan scholing. Dat is vastgelegd in de cao’s, waarin afspraken over leren, ontwikkeling en scholing zijn gemaakt.

In een onderzoek uit 2021 maakten de werkgevers vergelijkbare cijfers bekend. In de tussentijd is er dus weinig verbeterd, stelt de AWVN naar aanleiding van eigen onderzoek. “Wij proberen al jaren die cultuur te veranderen waardoor mensen beter begrijpen wat je met het geld kan en enthousiaster worden over het zichzelf ontwikkelen.” Het verschilt per cao-afspraak en bedrijf wat een werknemer met het scholingsgeld kan doen, maar de budgetten zijn steeds breder inzetbaar, volgens de AWVN.

Enige miljarden

Het verschilt per bedrijf of het niet bestede geld een aantal jaren blijft liggen. Hierdoor heeft zich voor de ontwikkeling van werknemers inmiddels een bedrag van “enige miljarden” opgestapeld, zegt de werkgeversclub ook nog. Volgens de AWVN is meer nodig “dan de stem van de werkgever” om te zorgen dat de opleidingsbudgetten wel helemaal worden uitgegeven. Ook de overheid en vakbonden moeten meewerken.

Laagdrempelige ondersteuning

Vakbondsbestuurder Bas van Weegberg van FNV zegt van leden te horen dat zij niet altijd de ruimte krijgen om gebruik te maken van opleidingsbudgetten. Dat past dan bijvoorbeeld niet in de roosters, zegt hij. Bovendien weten werknemers niet altijd goed wat bij ze past en wat ze verder zou helpen. “Zij hebben laagdrempelige ondersteuning nodig van leidinggevenden”, meent Van Weegberg.

Bron: ANP