Kabinet kan verder met belastingplannen voor 2026

 

Vanaf 1 januari 2026 veranderen diverse belastingen door eerder aangenomen wetsvoorstellen en het Belastingplan 2026. Dit pakket is op 16 december goedgekeurd door de Eerste Kamer.

 

Staatssecretaris Eugène Heijnen (Fiscaliteit, Belastingdienst en Douane) benadrukt dat het demissionaire kabinet belastingmaatregelen blijft aanpassen of schrappen als ze niet effectief blijken. “Tot het aantreden van een nieuw kabinet blijf ik werken aan een beter belastingstelsel,” aldus Heijnen.

Uit evaluaties blijkt dat sommige regelingen niet het gewenste effect hebben of niet efficiënt zijn. Zo wordt het lage tarief in de motorrijtuigenbelasting (mrb) voor kampeerauto’s versoberd en vervalt het voor paardenvervoer.

Hotels en logies duurder

Het verlaagde btw-tarief voor logies verdwijnt. Vanaf 2026 geldt voor hotelovernachtingen, vakantiewoningen en stacaravans 21 procent btw in plaats van 9 procent. Dit geldt ook voor kortdurende huisvesting (maximaal zes maanden) voor bijvoorbeeld werknemers, studenten, asielzoekers en daklozen.

Zakelijke fiets

Daarnaast verdwijnt een onduidelijkheid in de bijtelling voor zakelijke fietsen: vanaf 2026 hoeft geen 7 procent bijtelling meer betaald te worden als een werknemer de fiets ook privé gebruikt.

Inkomen en ondernemen

Om de terugdraaiing van de btw-verhoging op cultuur, media en sport te financieren, worden de inkomstenbelastingtarieven en heffingskortingen niet volledig geïndexeerd. Hierdoor schuiven belastingplichtigen iets sneller door naar een hogere schijf.

  • Eerste schijf: € 39.357 (was € 38.441)
  • Tweede schijf: € 79.137 (was € 76.817)

De arbeidskorting wordt aangepast: inkomensgrenzen gaan omlaag, waardoor deeltijdwerkers met een inkomen onder het minimumloon meer arbeidskorting krijgen.

Tanken

De accijnskorting op benzine, diesel en LPG blijft tot 1 januari 2027, maar wordt verlaagd. Nieuwe tarieven:

  • Benzine: € 0,84 per liter
  • Diesel: € 0,55 per liter
  • LPG: € 0,20 per liter

Zelfstandigenaftrek

Voor zelfstandigen daalt de zelfstandigenaftrek naar € 1.200. Het vrijgestelde maandbedrag voor vervroegd pensioen stijgt met € 300 bruto, zodat oudere werknemers met zwaar werk eerder kunnen stoppen.

Buitenlandse werknemers

De ETK-regeling voor buitenlandse werknemers wordt versoberd: extra kosten voor levensonderhoud en privégesprekken met het thuisland zijn niet langer belastingvrij.

Vermogen en woning

Binnen de erf- en schenkbelasting worden constructies met ongelijke vermogensverdeling tussen partners aangepakt. Echtgenoten betalen voortaan over de helft van de gemeenschap van goederen belasting, ook bij papieren verdelingen. De aangiftetermijn voor erfbelasting wordt verruimd van 8 naar 20 maanden.

De lastenverzwaring in box 3 is teruggedraaid. In plaats daarvan wordt de Wet Hillen versneld afgebouwd: de belastingkorting voor mensen met een (bijna) afgeloste hypotheek verdwijnt in 2041 in plaats van 2048.

Wie in 2026 een tweede woning koopt, betaalt minder overdrachtsbelasting: het tarief daalt van 10,4 naar 8 procent.

Klimaat en auto

Het kabinet wil vergroening van het wagenpark stimuleren. Het verlaagde bpm-tarief voor emissievrije auto’s gaat ook gelden voor emissievrije motoren en speciale voertuigen zoals kampeerauto’s en rolstoelvervoer. Tegelijk worden bpm-tarieven aangepast om brandstofauto’s zuiniger te maken.

De korting op de bijtelling voor emissieloze auto’s van de zaak wordt met twee jaar verlengd. Om dit te bekostigen, wordt de youngtimerregeling versoberd: vanaf 2027 geldt deze alleen voor auto’s van 25 jaar of ouder.

Voor vrachtwagens tussen 3.500 en 12.000 kg komt per 1 juli 2026 een vrachtwagenheffing in plaats van mrb. Hoe schoner en lichter het voertuig, hoe lager het tarief per kilometer. Voor zwaardere vrachtwagens daalt de mrb.

Bedrijven gaan belasting betalen over een groter deel van hun drinkwatergebruik: het heffingsplafond stijgt van 300 naar 50.000 kubieke meter. Daarnaast wordt een CO₂-heffing ingevoerd voor bepaalde goederen van buiten de EU, zoals ijzer, staal en aluminium.

Crypto en belastingontduiking

Vanaf 2026 moeten crypto-aanbieders persoonsgegevens en transactiegegevens van klanten verzamelen en uiterlijk 31 januari 2027 rapporteren aan de Belastingdienst. Zo kan beter worden gecontroleerd of crypto’s correct zijn opgegeven in de aangifte. De wet wordt begin 2026 behandeld en werkt terug tot 1 januari 2026.

Eerste Kamer stemt in met versobering youngtimerregeling

 

Ondanks stevige kritiek vanuit de autobranche heeft ook de Eerste Kamer ingestemd met een ingrijpende versobering van de youngtimerregeling. Vanaf 2027 komen auto’s pas in aanmerking voor bijtelling over de dagwaarde als ze minimaal 25 jaar oud zijn. Nu ligt die grens nog op 15 jaar.

 

Tegenstanders spraken van een ‘overval’, omdat het voorstel eind november werd gepresenteerd en aanvankelijk al per januari 2026 zou ingaan. Autobedrijven die youngtimers verkopen, vreesden daardoor forse schade. Na aanpassing van het plan blijft de huidige regeling in 2026 nog van kracht, maar in 2027 gaat de leeftijdsgrens in één keer naar 25 jaar.

Wat verandert er?

Youngtimers moeten vanaf 2027 minimaal 25 jaar oud zijn om in aanmerking te komen voor de gunstige bijtelling. Die blijft 35 procent van de waarde in het economisch verkeer, in plaats van 22 procent van de cataloguswaarde inclusief btw en bpm. Auto’s jonger dan 25 jaar vallen onder de reguliere bijtellingsregels. Er komt geen overgangsregeling.

De maatregel treft vooral kleine ondernemers en zzp’ers, die de afgelopen jaren profiteerden van de regeling om een grotere, oudere auto zakelijk te rijden tegen aantrekkelijke voorwaarden. Naar verwachting zullen veel ondernemers hun youngtimer verkopen. Het extra jaar uitstel biedt ruimte voor een doorrekening door het Centraal Planbureau (CPB).

Lagere bijtelling voor elektrische auto’s

De opbrengst van deze versobering wordt ingezet om zakelijk elektrisch rijden te stimuleren. De bijtelling voor EV’s gaat in 2026 niet naar 22 procent, zoals gepland, maar naar 18 procent. Daarna volgt een tussenstap van 20 procent in 2028, waarna het reguliere tarief van 22 procent geldt.

Daarnaast komt er een ‘pseudo-eindheffing’ voor zakelijk gereden brandstofauto’s. Deze maatregelen, onderdeel van het Belastingplan 2026, moeten het gebruik van elektrische bedrijfsauto’s verder bevorderen. Uit recente verkoopcijfers blijkt dat deze trend al zichtbaar is. Tegelijk blijft de zorg bestaan dat veel zakelijke EV’s na de leaseperiode naar het buitenland verdwijnen, in plaats van beschikbaar te komen voor particulieren.

Belastingplan 2026

De Eerste Kamer besprak het Belastingplan 2026 op 15 en 16 december en stemde uiteindelijk in met het volledige pakket aan fiscale maatregelen van het demissionaire kabinet-Schoof.

Kabinet schrapt en vereenvoudigt 218 regels voor ondernemers

 

Het kabinet wil vóór de zomer van 2026 de regeldruk voor ondernemers fors verminderen. Van de circa vijfhonderd regels die op de lijst staan, zijn inmiddels 218 regels geïdentificeerd die worden geschrapt, vereenvoudigd of al zijn aangepast.

 

Minister Karremans van Economische Zaken maakte dit bekend tijdens de OndernemersTop in Amersfoort en lichtte de aanpak toe in een brief aan de Tweede Kamer. Volgens Karremans zorgen de vele regels, papierwerk en tegenstrijdige verplichtingen ervoor dat ondernemen in Nederland onnodig ingewikkeld is. “De reflex van de overheid is om risico’s weg te managen met regels, vaak tot ver achter de komma,” aldus de minister. “Daardoor verliezen veel ondernemers de lust om te ondernemen. Dat verstikt ons ondernemingsklimaat en ons verdienvermogen. Snoeien in regeldruk is daarom essentieel.”

Hoe worden regels aangepakt?

Sinds september brengen ministeries samen met ondernemers en brancheorganisaties regels in kaart die onnodige lasten veroorzaken. Daarbij is gebruikgemaakt van signalen van ondernemers en brancheorganisaties, onderzoeken bij mkb-indicatorbedrijven in negen sectoren, adviezen van het Adviescollege toetsing regeldruk (ATR) etc.
Dit heeft geleid tot een lijst van 218 regels die nu door de verantwoordelijke ministeries worden aangepakt. Voorbeelden:

  • Geen jaarlijkse mobiliteitsrapportage voor bedrijven tot 250 medewerkers (IenW)
    Kleinere en middelgrote bedrijven hoeven niet langer bij te houden hoe werknemers reizen en hoeven geen rapportage meer in te dienen.
  • Vrijstelling tachograafplicht voor lichte elektrische bedrijfsvoertuigen (IenW)
    Ondernemers met elektrische bestelwagens hoeven geen tachograaf meer te installeren en geen arbeids- en rusttijden handmatig bij te houden.
  • Minder verplichte CBS-vragenlijsten (EZ)
    Bedrijven hoeven minder vaak en minder uitgebreid statistische formulieren in te vullen, wat tijd en kosten bespaart.
  • Eerst een waarschuwing bij te late ziek- of herstelmeldingen bij UWV (SZW)
    Werkgevers krijgen niet direct een boete bij een te late melding, wat bezwaarprocedures en kosten vermindert.
  • Bedrijfsartsadvies leidend bij UWV-toets re-integratie (SZW)
    Het oordeel van de bedrijfsarts wordt bepalend, waardoor werkgevers minder risico lopen op extra verplichtingen en langdurige procedures.

Europese regels en samenwerking

Een deel van de regeldruk komt voort uit Europese regelgeving. Nederland sluit zich aan bij de vereenvoudigingsaanpak van de Europese Commissie en doet zelf voorstellen om regels werkbaarder te maken.

Daarnaast werkt het kabinet samen met ondernemers- en uitvoeringsorganisaties om regels praktisch uitvoerbaar te maken. Een voorbeeld is de gezamenlijke aanpak van anti-witwasregels, waarbij overheid, toezichthouders en bedrijven samenwerken om administratieve lasten te verminderen.

Zzp’ers laten gemiddeld bijna vijfduizend euro belastingvoordeel liggen

 

Veel zelfstandig ondernemers benutten dit jaar hun jaarruimte niet en laten daardoor flink belastingvoordeel liggen. Landelijk komt dit neer op een bedrag van ruim € 4,5 miljard per jaar.

 

Dat blijkt uit een pensioenonderzoek van zzp-bank Knab onder meer dan duizend zzp’ers. Slechts 4 procent van de ondervraagden maakt dit jaar volledig gebruik van zijn jaarruimte, terwijl de helft er helemaal niets mee doet. De belangrijkste oorzaak is onbekendheid: 54 procent weet niet precies wat jaarruimte inhoudt.

Volgens Knab bedraagt de gemiddelde jaarruimte per zzp’er € 15.000. Wie deze niet benut, loopt gemiddeld € 4.800 netto belastingvoordeel mis. Naast gebrek aan kennis geven veel ondernemers aan te vertrouwen op ander vermogen of inkomen. Toch zegt 52 procent dat zij ‘zeker’ actie zouden ondernemen als ze wisten dat het om duizenden euro’s voordeel gaat.

Het kennisverschil tussen ondernemers met verschillende winstniveaus is groot. Bij een winst onder € 30.000 kent slechts een minderheid begrippen als jaarruimte of lijfrente, terwijl bij winsten boven € 70.000 ruim 70 procent hiervan op de hoogte is.

Wat is jaarruimte?

Veel zzp’ers denken ten onrechte dat het benutten van jaarruimte alleen belastinguitstel oplevert. In werkelijkheid gaat het om het bedrag dat ondernemers fiscaal voordelig mogen inleggen voor hun pensioen. Deze inleg is aftrekbaar in box 1, waardoor direct minder belasting wordt betaald. Over de latere uitkering wordt wel inkomstenbelasting geheven.

Hoewel veel ondernemers iets opbouwen voor later, heeft slechts 58 procent een goed beeld van hun toekomstige pensioeninkomen. Vooral zzp’ers onder de vijftig missen overzicht. Ondernemers die gebruikmaken van lijfrente ervaren opvallend meer rust, aldus Knab.

Pensioenopbouw en onderzoek

44 procent van de zzp’ers geeft achteraf aan liever eerder te zijn begonnen met pensioenopbouw. Wie later start, legt uiteindelijk een groter deel van het inkomen in, wat volgens Knab wijst op “achterstallige inhaaldrang”.

Het onderzoek vond plaats in november onder 1.055 zelfstandig ondernemers zonder loondienstverband en nog niet met pensioen. Voor het berekenen van de gemiddelde jaarruimte zijn alleen ondernemers meegenomen die daadwerkelijk jaarruimte hebben (circa 80 procent van de respondenten). Op basis van winst, aftrekposten, fiscale schijven en benutting is het misgelopen netto belastingvoordeel vastgesteld.

Informatie inzake lonen

 

Wij ontvangen graag de brief Werkhervattingskas

In December valt de beschikking van de Werkhervattingskas (Whk) 2026 op de mat. Deze brief is afkomstig van de Belastingdienst. Deze brief zouden wij graag van je ontvangen omdat deze berekening van de Belastingdienst complex en foutgevoelig is. Wij willen dit graag voor je controleren. Deze brief mag je langsbrengen of mailen naar lonen@b360.nl

Heb je nog wkr-ruimte te besteden?

Via de werkkostenregeling (WKR) kan je als werkgever onbelaste vergoedingen en verstrekkingen aan je werknemers geven. Dit mag ook voor zaken waarvan een werknemer privé voordeel heeft, zoals:

  • gereedschap
  • tablets
  • sportabonnementen
  • kerstpakketten

Voorwaarde:
Het totaal van deze vergoedingen moet binnen de vrije ruimte blijven. Deze vrije ruimte wordt berekend op basis van de gezamenlijke loonsom van al uw medewerkers. Per 2025:

  • 2% van de loonsom tot € 400.000
  • 1,18% voor het deel boven € 400.000

Ben je benieuwd naar je wkr-ruimte? Dit kan je opvragen bij Fedde de Vries (fedde@b360.nl)

Heb je HR-vraagstukken?

Fedde de Vries (fedde@b360.nl) staat klaar om je te ondersteunen bij HR-gerelateerde onderwerpen. Of het nu gaat om personeelsbeleid, verzuim, werving & selectie of andere vraagstukken: hij denkt graag met je mee.

Acceptatieplicht contant geld – met uitzonderingen

Er komt een wettelijke acceptatieplicht voor contant geld. Dit betekent dat consumenten bij betalingen aan de toonbank – bijvoorbeeld in winkels of horecagelegenheden – altijd met contant geld moeten kunnen betalen. Er zijn echter enkele uitzonderingen vanwege veiligheid en specifieke omstandigheden.

Het streven is dat de acceptatieplicht in 2027 ingaat.

Waarom deze plicht?

Het doel is om te waarborgen dat contant geld breed geaccepteerd blijft. Tegelijkertijd brengt het accepteren van contant geld risico’s met zich mee, zoals een verhoogde kans op overvallen.

Uitzonderingen

Contant geld mag worden geweigerd in de volgende situaties:

  • Tussen 22:00 en 06:00 uur (nachtelijke uren)
  • Online aankopen
  • Periodieke betalingen, zoals abonnementen (telefoon, energie)
  • Openbaar vervoer (vervoersbewijzen)
  • Bezorgdiensten en huis-aan-huisverkoop
  • Onbemande locaties, zoals tankstations en tolpoorten
  • Bij acute veiligheidsrisico’s
  • Kleine ondernemers (minder dan vier werknemers) mogen contant geld weigeren om veiligheidsredenen

Hoe verloopt het besluit?

Na de consultatie wordt het ontwerpbesluit voorgelegd aan de Tweede en Eerste Kamer en daarna aan de Raad van State voor advies.

Ook op Europees niveau wordt onderhandeld over een acceptatieplicht en uitzonderingen. Europese regelgeving kan invloed hebben op de Nederlandse uitzonderingen.

Meldingsplicht betalingen aan derden

 

Sinds 1 januari 2022 moeten inhoudingsplichtigen op eigen initiatief betalingen aan derden melden bij de Belastingdienst. Voor niet-inhoudingsplichtigen geldt een vergelijkbare verplichting, maar alleen op uitnodiging van de Belastingdienst.

 

Welke betalingen vallen onder deze verplichting?

Het gaat om betalingen aan personen die geen werknemer zijn en waarvoor geen factuur met btw is ontvangen. Dit geldt bijvoorbeeld voor:

  • btw-vrijgestelde ondernemers
  • ondernemers die de btw-verleggingsregeling toepassen
  • ingehuurde sprekers of acteurs
  • schoonmakers en klusjesmannen
  • deelnemers aan medische proeven

Uitzondering:
Betalingen aan vrijwilligers die onder de grensbedragen van de vrijwilligersregeling blijven, zijn uitgezonderd (in 2025 maximaal € 2.100 per jaar en € 210 per maand).

Verplichting in 2026

Inhoudingsplichtigen moeten in 2026 opnieuw voldoen aan deze meldingsplicht voor betalingen die in 2025 zijn gedaan aan derden zonder btw-factuur.

Deadline

De melding moet uiterlijk 1 februari 2026 worden gedaan via het speciale portaal van de Belastingdienst. Melding via Digipoort is ook mogelijk.

Welke gegevens moet je doorgeven?

  • Het uitbetaalde bedrag
  • De datum van uitbetaling
  • NAW en BSM van de ontvanger
  • Eventuele kostenvergoedingen

Meer informatie vind je op de website van de Belastingdienst.

Extra belasting op zakelijke benzine- en dieselauto’s voor werknemers

 

Bied je je werknemer een leaseauto aan die ook privé of voor woon-werkverkeer wordt gebruikt? Vanaf 1 januari 2027 geldt een extra belasting voor leaseauto’s die niet volledig uitstootvrij zijn, zoals auto’s met benzine-, diesel- of hybride aandrijving.

Hoe wordt de belasting berekend?

  • 12% van de cataloguswaarde voor auto’s tot en met 25 jaar oud
  • 12% van de marktwaarde voor auto’s ouder dan 25 jaar

Deze belasting betaal je via de loonheffing (pseudo-eindheffing) en mag je niet doorberekenen aan je werknemer.

Waarom deze maatregel?

Het doel is dat werkgevers uitsluitend nog uitstootvrije leaseauto’s aanbieden, zoals elektrische voertuigen.

Overgangsregeling

Voor leaseauto’s op fossiele brandstoffen die vóór 1 januari 2027 zijn verstrekt, geldt een overgangsregeling. Vanaf 1 juli 2030 wordt ook voor deze auto’s de extra belasting van toepassing.

Voor wie?

Ondernemers die leaseauto’s aanbieden aan werknemers voor privégebruik.

Wanneer?

De wijziging gaat naar verwachting in op 1 januari 2027.

Let op: De ingangsdatum is nog niet definitief. Het wetsvoorstel moet eerst worden goedgekeurd door de Tweede en Eerste Kamer. Na publicatie in het Staatsblad of de Staatscourant treedt de wet in werking.

Verplichte AOV, kies nu nog zelf

 

Ondernemers hoeven tot 2030 nog geen verplichte verzekering te hebben tegen arbeidsongeschiktheid. Dat verwacht de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Maar het is wel slim om nu al te kijken welke AOV bij jou past.

 

Een AOV is een verzekering die uitbetaalt als je voor lange tijd ziek of arbeidsongeschikt wordt. Deze verzekering is nu nog niet verplicht voor ondernemers. In het wetsvoorstel uit september 2025 staat dat de AOV verplicht wordt voor zelfstandigen die aangifte inkomstenbelasting als ondernemer doen.

Veel ondernemers hebben nog geen arbeidsongeschiktheidsverzekering. De ondernemer kan tot de invoering zelf een AOV afsluiten, of krijgt te maken met de verplichte AOV. Wachten betekent minder keuzevrijheid: vanaf de nog vast te stellen peildatum moet elke AOV voldoen aan de voorwaarden van de BAZ (wetsvoorstel Basisverzekering Arbeidsongeschiktheid Zelfstandigen). Wie nu een AOV afsluit, profiteert van het soepelere overgangsrecht. Daarmee kiezen ondernemers voor een verzekering die beter aansluit bij hun persoonlijke situatie met daarnaast uitgebreide en effectieve preventie en re-integratie mogelijkheden.

Als je vóór peildatum afsluit:

  • Eindleeftijd: minimaal 55 jaar
  • Medische uitsluitingen toegestaan
  • Premie mag lager zijn dan BAZ

Als je na peildatum afsluit:

  • Eindleeftijd: AOW-leeftijd
  • Geen medische uitsluitingen toegestaan
  • Premie minimaal gelijk aan BAZ

NB: We gaan uit van het wetsvoorstel zoals het nu is ingediend bij de Raad van State. Hier kunnen nog wijzigingen op plaatsvinden in de parlementaire behandeling.

Heb jij nog geen arbeidsongeschiktheidsverzekering? Dan kan je deze bijvoorbeeld regelen bij BijHeerma via deze link.
Mochten hierover vragen zijn, neem dan gerust contact op met Buro360 of BijHeerma via 0515-439004

Verplichte e-invoicing België vanaf 2026

 

In 2030 moet e-invoicing de norm zijn in de EU. In België geldt die verplichting vanaf januari 2026. Elektronische facturatie wordt dan verplicht voor bijna alle bedrijven in België. Dit heeft ook invloed op bedrijven die goederen leveren of diensten verlenen aan Belgische btw-plichtige ondernemingen.

 

Wat is e-invoicing?

E-invoicing betekent het elektronisch verzenden en ontvangen van facturen in een gestructureerd XML-formaat, zoals UBL (Universal Business Language). Deze facturen worden automatisch ingelezen en verwerkt door boekhoudsoftware. Dit zorgt voor een snellere verwerking, veiligere verzending, minder fouten en meer transparantie.
Vanaf 1 januari 2026 wordt e-invoicing de standaard voor B2B-transacties tussen Belgische btw-plichtige ondernemingen.

Voor wie geldt de e-invoicing verplichting?

De nieuwe wetgeving wordt breed toegepast. Vanaf 2026 zijn alle Belgische btw-plichtige ondernemingen die B2B-transacties uitvoeren verplicht om gestructureerde elektronische facturen te verzenden én te ontvangen.
Dit betekent dat elk bedrijf, ongeacht grootte of sector, dat goederen levert of diensten verleent aan andere Belgische btw-plichtige ondernemingen, moet overstappen op e-invoicing.

Zijn er uitzonderingen?

Hoewel de verplichting ruim wordt ingevoerd, zijn er enkele uitzonderingen. De verplichting geldt niet in de volgende gevallen:

Geen verplichting om gestructureerde elektronische facturen te verzenden:

  • Gefailleerde btw-plichtigen
  • Niet in België gevestigde btw-plichtigen zonder vaste inrichting
  • Forfaitaire btw-plichtigen (dit systeem wordt uiterlijk op 1 januari 2028 stopgezet)
  • Ondernemingen die uitsluitend vrijgestelde handelingen verrichten onder artikel 44 van het Btw-Wetboek

Geen verplichting om gestructureerde elektronische facturen te ontvangen:

  • Ondernemingen die uitsluitend vrijgestelde handelingen verrichten onder artikel 44 van het Btw-Wetboek

Voor het merendeel van de ondernemingen geldt de verplichting dus wél. Een goede voorbereiding is dan ook essentieel. Wil je meer weten over de uitzonderingen? Raadpleeg dan de website van de Federale Overheidsdienst Financiën.

Heb je vragen naar aanleiding van dit artikel? Neem contact met ons op!