Informatie inzake lonen

 

Wij ontvangen graag de brief Werkhervattingskas

In December valt de beschikking van de Werkhervattingskas (Whk) 2026 op de mat. Deze brief is afkomstig van de Belastingdienst. Deze brief zouden wij graag van je ontvangen omdat deze berekening van de Belastingdienst complex en foutgevoelig is. Wij willen dit graag voor je controleren. Deze brief mag je langsbrengen of mailen naar lonen@b360.nl

Heb je nog wkr-ruimte te besteden?

Via de werkkostenregeling (WKR) kan je als werkgever onbelaste vergoedingen en verstrekkingen aan je werknemers geven. Dit mag ook voor zaken waarvan een werknemer privé voordeel heeft, zoals:

  • gereedschap
  • tablets
  • sportabonnementen
  • kerstpakketten

Voorwaarde:
Het totaal van deze vergoedingen moet binnen de vrije ruimte blijven. Deze vrije ruimte wordt berekend op basis van de gezamenlijke loonsom van al uw medewerkers. Per 2025:

  • 2% van de loonsom tot € 400.000
  • 1,18% voor het deel boven € 400.000

Ben je benieuwd naar je wkr-ruimte? Dit kan je opvragen bij Fedde de Vries (fedde@b360.nl)

HR-vraagstukken

Fedde de Vries (fedde@b360.nl) is ook beschikbaar voor jouw HR-vraagstukken.

Acceptatieplicht contant geld – met uitzonderingen

Er komt een wettelijke acceptatieplicht voor contant geld. Dit betekent dat consumenten bij betalingen aan de toonbank – bijvoorbeeld in winkels of horecagelegenheden – altijd met contant geld moeten kunnen betalen. Er zijn echter enkele uitzonderingen vanwege veiligheid en specifieke omstandigheden.

Het streven is dat de acceptatieplicht in 2027 ingaat.

Waarom deze plicht?

Het doel is om te waarborgen dat contant geld breed geaccepteerd blijft. Tegelijkertijd brengt het accepteren van contant geld risico’s met zich mee, zoals een verhoogde kans op overvallen.

Uitzonderingen

Contant geld mag worden geweigerd in de volgende situaties:

  • Tussen 22:00 en 06:00 uur (nachtelijke uren)
  • Online aankopen
  • Periodieke betalingen, zoals abonnementen (telefoon, energie)
  • Openbaar vervoer (vervoersbewijzen)
  • Bezorgdiensten en huis-aan-huisverkoop
  • Onbemande locaties, zoals tankstations en tolpoorten
  • Bij acute veiligheidsrisico’s
  • Kleine ondernemers (minder dan vier werknemers) mogen contant geld weigeren om veiligheidsredenen

Hoe verloopt het besluit?

Na de consultatie wordt het ontwerpbesluit voorgelegd aan de Tweede en Eerste Kamer en daarna aan de Raad van State voor advies.

Ook op Europees niveau wordt onderhandeld over een acceptatieplicht en uitzonderingen. Europese regelgeving kan invloed hebben op de Nederlandse uitzonderingen.

Meldingsplicht betalingen aan derden

 

Sinds 1 januari 2022 moeten inhoudingsplichtigen op eigen initiatief betalingen aan derden melden bij de Belastingdienst. Voor niet-inhoudingsplichtigen geldt een vergelijkbare verplichting, maar alleen op uitnodiging van de Belastingdienst.

 

Welke betalingen vallen onder deze verplichting?

Het gaat om betalingen aan personen die geen werknemer zijn en waarvoor geen factuur met btw is ontvangen. Dit geldt bijvoorbeeld voor:

  • btw-vrijgestelde ondernemers
  • ondernemers die de btw-verleggingsregeling toepassen
  • ingehuurde sprekers of acteurs
  • schoonmakers en klusjesmannen
  • deelnemers aan medische proeven

Uitzondering:
Betalingen aan vrijwilligers die onder de grensbedragen van de vrijwilligersregeling blijven, zijn uitgezonderd (in 2025 maximaal € 2.100 per jaar en € 210 per maand).

Verplichting in 2026

Inhoudingsplichtigen moeten in 2026 opnieuw voldoen aan deze meldingsplicht voor betalingen die in 2025 zijn gedaan aan derden zonder btw-factuur.

Deadline

De melding moet uiterlijk 1 februari 2026 worden gedaan via het speciale portaal van de Belastingdienst. Melding via Digipoort is ook mogelijk.

Welke gegevens moet je doorgeven?

  • Het uitbetaalde bedrag
  • De datum van uitbetaling
  • NAW en BSM van de ontvanger
  • Eventuele kostenvergoedingen

Meer informatie vind je op de website van de Belastingdienst.

Extra belasting op zakelijke benzine- en dieselauto’s voor werknemers

 

Bied je je werknemer een leaseauto aan die ook privé of voor woon-werkverkeer wordt gebruikt? Vanaf 1 januari 2027 geldt een extra belasting voor leaseauto’s die niet volledig uitstootvrij zijn, zoals auto’s met benzine-, diesel- of hybride aandrijving.

Hoe wordt de belasting berekend?

  • 12% van de cataloguswaarde voor auto’s tot en met 25 jaar oud
  • 12% van de marktwaarde voor auto’s ouder dan 25 jaar

Deze belasting betaal je via de loonheffing (pseudo-eindheffing) en mag je niet doorberekenen aan je werknemer.

Waarom deze maatregel?

Het doel is dat werkgevers uitsluitend nog uitstootvrije leaseauto’s aanbieden, zoals elektrische voertuigen.

Overgangsregeling

Voor leaseauto’s op fossiele brandstoffen die vóór 1 januari 2027 zijn verstrekt, geldt een overgangsregeling. Vanaf 1 juli 2030 wordt ook voor deze auto’s de extra belasting van toepassing.

Voor wie?

Ondernemers die leaseauto’s aanbieden aan werknemers voor privégebruik.

Wanneer?

De wijziging gaat naar verwachting in op 1 januari 2027.

Let op: De ingangsdatum is nog niet definitief. Het wetsvoorstel moet eerst worden goedgekeurd door de Tweede en Eerste Kamer. Na publicatie in het Staatsblad of de Staatscourant treedt de wet in werking.

Verplichte AOV, kies nu nog zelf

 

Ondernemers hoeven tot 2030 nog geen verplichte verzekering te hebben tegen arbeidsongeschiktheid. Dat verwacht de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Maar het is wel slim om nu al te kijken welke AOV bij jou past.

 

Een AOV is een verzekering die uitbetaalt als je voor lange tijd ziek of arbeidsongeschikt wordt. Deze verzekering is nu nog niet verplicht voor ondernemers. In het wetsvoorstel uit september 2025 staat dat de AOV verplicht wordt voor zelfstandigen die aangifte inkomstenbelasting als ondernemer doen.

Veel ondernemers hebben nog geen arbeidsongeschiktheidsverzekering. De ondernemer kan tot de invoering zelf een AOV afsluiten, of krijgt te maken met de verplichte AOV. Wachten betekent minder keuzevrijheid: vanaf de nog vast te stellen peildatum moet elke AOV voldoen aan de voorwaarden van de BAZ (wetsvoorstel Basisverzekering Arbeidsongeschiktheid Zelfstandigen). Wie nu een AOV afsluit, profiteert van het soepelere overgangsrecht. Daarmee kiezen ondernemers voor een verzekering die beter aansluit bij hun persoonlijke situatie met daarnaast uitgebreide en effectieve preventie en re-integratie mogelijkheden.

Als je vóór peildatum afsluit:

  • Eindleeftijd: minimaal 55 jaar
  • Medische uitsluitingen toegestaan
  • Premie mag lager zijn dan BAZ

Als je na peildatum afsluit:

  • Eindleeftijd: AOW-leeftijd
  • Geen medische uitsluitingen toegestaan
  • Premie minimaal gelijk aan BAZ

NB: We gaan uit van het wetsvoorstel zoals het nu is ingediend bij de Raad van State. Hier kunnen nog wijzigingen op plaatsvinden in de parlementaire behandeling.

Heb jij nog geen arbeidsongeschiktheidsverzekering? Dan kan je deze bijvoorbeeld regelen bij BijHeerma via deze link.
Mochten hierover vragen zijn, neem dan gerust contact op met Buro360 of BijHeerma via 0515-439004

Verplichte e-invoicing België vanaf 2026

 

In 2030 moet e-invoicing de norm zijn in de EU. In België geldt die verplichting vanaf januari 2026. Elektronische facturatie wordt dan verplicht voor bijna alle bedrijven in België. Dit heeft ook invloed op bedrijven die goederen leveren of diensten verlenen aan Belgische btw-plichtige ondernemingen.

 

Wat is e-invoicing?

E-invoicing betekent het elektronisch verzenden en ontvangen van facturen in een gestructureerd XML-formaat, zoals UBL (Universal Business Language). Deze facturen worden automatisch ingelezen en verwerkt door boekhoudsoftware. Dit zorgt voor een snellere verwerking, veiligere verzending, minder fouten en meer transparantie.
Vanaf 1 januari 2026 wordt e-invoicing de standaard voor B2B-transacties tussen Belgische btw-plichtige ondernemingen.

Voor wie geldt de e-invoicing verplichting?

De nieuwe wetgeving wordt breed toegepast. Vanaf 2026 zijn alle Belgische btw-plichtige ondernemingen die B2B-transacties uitvoeren verplicht om gestructureerde elektronische facturen te verzenden én te ontvangen.
Dit betekent dat elk bedrijf, ongeacht grootte of sector, dat goederen levert of diensten verleent aan andere Belgische btw-plichtige ondernemingen, moet overstappen op e-invoicing.

Zijn er uitzonderingen?

Hoewel de verplichting ruim wordt ingevoerd, zijn er enkele uitzonderingen. De verplichting geldt niet in de volgende gevallen:

Geen verplichting om gestructureerde elektronische facturen te verzenden:

  • Gefailleerde btw-plichtigen
  • Niet in België gevestigde btw-plichtigen zonder vaste inrichting
  • Forfaitaire btw-plichtigen (dit systeem wordt uiterlijk op 1 januari 2028 stopgezet)
  • Ondernemingen die uitsluitend vrijgestelde handelingen verrichten onder artikel 44 van het Btw-Wetboek

Geen verplichting om gestructureerde elektronische facturen te ontvangen:

  • Ondernemingen die uitsluitend vrijgestelde handelingen verrichten onder artikel 44 van het Btw-Wetboek

Voor het merendeel van de ondernemingen geldt de verplichting dus wél. Een goede voorbereiding is dan ook essentieel. Wil je meer weten over de uitzonderingen? Raadpleeg dan de website van de Federale Overheidsdienst Financiën.

Heb je vragen naar aanleiding van dit artikel? Neem contact met ons op!

Kabinet wil geen verlenging van boetepauze bij schijnzelfstandigheid

 

Het demissionaire kabinet acht het “niet wenselijk” om de boetepauze voor werkgevers die zzp’ers inzetten op functies waarvoor eigenlijk werknemers in dienst zouden moeten zijn, met nog een jaar te verlengen. Volgens het kabinet zou dit de handhaving van de wet tegen schijnzelfstandigheid ondermijnen.

 

Dat schrijft demissionair staatssecretaris Eugène Heijnen (Belastingdienst, BBB) in een brief aan de Tweede Kamer.
Het tegengaan van schijnzelfstandigheid is volgens Heijnen “cruciaal”. Niet alleen om uitbuiting en misbruik te voorkomen, maar ook om oneerlijke concurrentie op arbeidsvoorwaarden tussen werkgevers en werkenden tegen te gaan.

Zachte landing

Sinds dit jaar kunnen werkgevers een naheffing van sociale premies opgelegd krijgen als de Belastingdienst vaststelt dat zij onterecht zzp’ers inhuren.
Om werkgevers de kans te geven zich aan te passen, is er op verzoek van een Kamermeerderheid besloten om dit jaar nog geen boetes uit te delen. Volgens Heijnen hebben ondernemers hiermee voldoende tijd gehad om te wennen aan de nieuwe regels.

Een verkeerd signaal

Een verdere verlenging van de boetepauze zou volgens de staatssecretaris “een verkeerd signaal” afgeven aan ondernemers die zich wél aan de regels houden. “We zien juist veel beweging bij organisaties die serieus werk maken van naleving. Dat is voor mij reden om geen stap terug te doen.”
Daarnaast speelt er een financieel belang: het kabinet wil voorkomen dat uitstel van volledige handhaving door de Europese Commissie wordt gezien als een schending van de afspraken rond het coronaherstelplan. Nederland hoopt hieruit nog miljarden euro’s te ontvangen.

Werkgevers onderschatten aantal chronisch zieke werknemers

 

Veel werkgevers hebben geen goed beeld van hoeveel medewerkers binnen hun organisatie kampen met een chronische aandoening. Hoewel meer dan één op de drie Nederlandse werknemers chronisch ziek is, schat ruim driekwart van de werkgevers dit aantal aanzienlijk lager in.

 

Dit blijkt uit onderzoek van de Samenwerkende GezondheidsFondsen (SGF), een collectief waarin onder andere de Hartstichting, KWF Kankerbestrijding en het Longfonds zijn vertegenwoordigd. Uit het onderzoek komt ook naar voren dat ruim een derde van de chronisch zieke werknemers niet volledig open is over hun aandoening. Vaak komt dit voort uit angst voor onbegrip of negatieve gevolgen.

Volgens SGF-bestuurder Mark Monsma leidt deze terughoudendheid tot aannames in plaats van open communicatie. “We zien in de praktijk dat wanneer leidinggevenden en werknemers het gesprek aangaan, er veel meer mogelijk blijkt dan vooraf gedacht. Kleine aanpassingen kunnen al het verschil maken tussen goed kunnen blijven werken en uitval.”

Het belang van blijven werken

Voor werkgevers is het eveneens van groot belang dat mensen met een chronische aandoening aan het werk kunnen blijven, stelt Boyd Thijssens, voorzitter van de Nederlandse Vereniging voor Arbeids- en Bedrijfsgeneeskunde (NVAB). Gezien de toenemende personeelstekorten en het groeiende aantal werkenden met een chronische aandoening, rust er een grote verantwoordelijkheid op werkgevers. “Niet alleen vanuit menselijk oogpunt, maar ook vanwege hun bedrijfsvoering en economische belangen.”

Volgens de gezondheidsfondsen werken ongeveer 3,5 miljoen Nederlanders met een chronische aandoening, zoals reuma, hart- en vaatziekten, een fysieke beperking, astma, de ziekte van Crohn, psychische aandoeningen of diabetes.

Prinsjesdag: Ondernemers

 

Belangrijke punten Prinsjesdag/Belastingplan 2026 voor ondernemers.

Lucratiefbelangregeling

Zoals eerder aangekondigd wordt de lucratiefbelangregeling aangepast. Private equity-managers betalen momenteel minder belasting over het vermogen dat zij via hun salaris opbouwen dan vermogenden in box 3. Door de voorgestelde wijzigingen komt de belastingdruk voor deze groep in box 2 gelijk te liggen met het tarief van 36% in box 3.

Aof-premie

Om de verruiming van de liquidatieverliesregeling te compenseren, verhoogt het kabinet de Aof-premie voor werkgevers met 0,08%. Daarnaast is het voornemen om vanaf 2027 ook de fiscale behandeling van koerswinsten op deelnemingen aan te passen.

Auto’s

Om de klimaattransitie te bevorderen, moeten werkgevers vanaf 2027 extra betalen wanneer zij werknemers een niet-elektrische auto ter beschikking stellen. De korting op de motorrijtuigenbelasting voor emissievrije voertuigen wordt van 75% verlaagd naar 30% i.p.v. de eerder voorgestelde 25%. Het verlaagde bpm-tarief voor emissievrije voertuigen gaat bovendien ook gelden voor emissievrije bijzondere personenauto’s en motoren.
Daarnaast worden de bpm-tarieven aangepast, zodat er voldoende stimulans blijft bestaan om brandstofauto’s verder te verduurzamen.

Wetsvoorstel Wet stroomlijning fiscaal inzagerecht

Volgens de staatssecretaris mogen belasting- en inhoudingsplichtigen geen informatieachterstand hebben ten opzichte van de inspecteur. Het kabinet is het daarmee eens en vindt het wenselijk dat belastingplichtigen op het moment dat een belastingaanslag of een voor bezwaar vatbare beschikking wordt opgelegd, recht hebben op inzage in de stukken die de inspecteur tot zijn beschikking heeft (of heeft gehad) en die relevant zijn voor zijn besluitvorming of voor het oplossen van eventuele geschillen.

Op 31 december 2025 treedt een artikel in werking in de Algemene wet inzake rijksbelastingen dat dit inzagerecht formeel vastlegt. De Belastingdienst en de Douane geven echter aan dat de uitvoering in de huidige vorm en met de geplande datum niet haalbaar is. De benodigde documenten zijn verspreid over verschillende processen, applicaties en systemen, en er zijn ingrijpende aanpassingen nodig in de ICT-structuur en digitale portalen. Ook moeten er nieuwe faciliteiten komen voor medewerkers om dossiers goed te kunnen samenstellen. Bovendien maakt het ontbreken van een duidelijke afbakening van het inzagerecht bezwaar- en beroepsprocedures complexer, wat kan leiden tot vertragingen in de toegang tot dossiers voor belastingplichtigen.

Nieuw wetsvoorstel
Met het nieuwe wetsvoorstel wil het kabinet het inzagerecht zodanig vormgeven dat belastingplichtigen daadwerkelijk toegang krijgen tot alle relevante stukken die betrekking hebben op een belastingaanslag of een voor bezwaar vatbare beschikking, terwijl de uitvoering werkbaar blijft voor de Belastingdienst en de Douane. Het recht op inzage wordt gekoppeld aan het moment waarop het besluit wordt bekendgemaakt en geldt niet alleen voor belastingaanslagen, maar ook voor andere beschikkingen, zoals informatiebeschikkingen.

Het voorstel regelt dat belastingplichtigen uiterlijk bij de bekendmaking van het besluit toegang krijgen tot de relevante stukken via de bestaande digitale portalen van de Belastingdienst en de Douane. Daarbij wordt gekozen voor een gefaseerde invoering per type rijksbelasting, met een tijdelijke regeling die het mogelijk maakt om al stukken beschikbaar te stellen voordat het volledige dossier compleet is.
Doordat de Belastingdienst actief inzage verleent, vervalt de noodzaak voor een afzonderlijke beslissing op een verzoek tot inzage. Als een belastingplichtige van mening is dat het dossier onvolledig is, kan hij dit aan de orde stellen in de bezwaarprocedure. Het wetsvoorstel is zo opgesteld dat het tegemoetkomt aan de wens van belastingplichtigen om meer transparantie te krijgen in de besluitvorming, terwijl het tegelijkertijd zorgt voor een uitvoerbare implementatie door de betrokken uitvoeringsorganisaties.

NB: Het Belastingplan wordt na het verkiezingsreces behandeld in de Tweede Kamer. In december volgt de behandeling in de Eerste Kamer. Pas na akkoord van beide Kamers zijn de plannen definitief.
Het volledige Belastingplan met informatie vind je hier

Prinsjesdag: Burgers

 

Belangrijke punten Prinsjesdag/Belastingplan 2026 voor burgers.

Brandstofaccijns

De accijnskorting op benzine, diesel en LPG wordt met één jaar verlengd en blijft van kracht tot 1 januari 2027. Dit betekent dat de accijns op een liter benzine € 0,79 blijft, op diesel € 0,52 en op LPG € 0,19.

Inkomstenbelasting

Om de kosten van het terugdraaien van de btw-verhoging op cultuur, media en sport te dekken, worden de schijven van de inkomstenbelasting en de heffingskortingen niet volledig geïndexeerd op inflatie. In 2026 stijgt de eerste belastingschijf van € 38.441 naar € 38.883. De tweede schijf wordt verhoogd van € 76.817 naar € 79.137.

Werken wordt aantrekkelijker doordat het belastingtarief in de eerste schijf daalt naar 35,06% en de arbeidskorting wordt verhoogd. Tegelijkertijd wordt de zelfstandigenaftrek fors verlaagd tot € 1.200.

Erfbelasting

Het kabinet streeft naar een eerlijkere behandeling van vermogen dat wordt doorgegeven via erfenissen en schenkingen. Bij het beëindigen van een huwelijk – door echtscheiding of overlijden – zullen echtgenoten voortaan schenk- of erfbelasting betalen over de helft van de gemeenschap van goederen, zelfs wanneer deze op papier ongelijk is verdeeld. Daarnaast wordt de aangiftetermijn voor erfbelasting na overlijden verruimd van 8 naar 20 maanden.

Box 3

In box 3 wordt het heffingsvrije vermogen verlaagd van € 57.684 naar € 51.396, om financiële ruimte te creëren voor de hersteloperatie. Het fictieve rendement op overige bezittingen stijgt van 5,88% naar 7,78%. Ook in 2026 blijft de tegenbewijsregeling van kracht.

Wetsvoorstel Wet stroomlijning fiscaal inzagerecht

Volgens de staatssecretaris mogen belasting- en inhoudingsplichtigen geen informatieachterstand hebben ten opzichte van de inspecteur. Het kabinet is het daarmee eens en vindt het wenselijk dat belastingplichtigen op het moment dat een belastingaanslag of een voor bezwaar vatbare beschikking wordt opgelegd, recht hebben op inzage in de stukken die de inspecteur tot zijn beschikking heeft (of heeft gehad) en die relevant zijn voor zijn besluitvorming of voor het oplossen van eventuele geschillen.

Op 31 december 2025 treedt een artikel in werking in de Algemene wet inzake rijksbelastingen dat dit inzagerecht formeel vastlegt. De Belastingdienst en de Douane geven echter aan dat de uitvoering in de huidige vorm en met de geplande datum niet haalbaar is. De benodigde documenten zijn verspreid over verschillende processen, applicaties en systemen, en er zijn ingrijpende aanpassingen nodig in de ICT-structuur en digitale portalen. Ook moeten er nieuwe faciliteiten komen voor medewerkers om dossiers goed te kunnen samenstellen. Bovendien maakt het ontbreken van een duidelijke afbakening van het inzagerecht bezwaar- en beroepsprocedures complexer, wat kan leiden tot vertragingen in de toegang tot dossiers voor belastingplichtigen.

Nieuw wetsvoorstel
Met het nieuwe wetsvoorstel wil het kabinet het inzagerecht zodanig vormgeven dat belastingplichtigen daadwerkelijk toegang krijgen tot alle relevante stukken die betrekking hebben op een belastingaanslag of een voor bezwaar vatbare beschikking, terwijl de uitvoering werkbaar blijft voor de Belastingdienst en de Douane. Het recht op inzage wordt gekoppeld aan het moment waarop het besluit wordt bekendgemaakt en geldt niet alleen voor belastingaanslagen, maar ook voor andere beschikkingen, zoals informatiebeschikkingen.

Het voorstel regelt dat belastingplichtigen uiterlijk bij de bekendmaking van het besluit toegang krijgen tot de relevante stukken via de bestaande digitale portalen van de Belastingdienst en de Douane. Daarbij wordt gekozen voor een gefaseerde invoering per type rijksbelasting, met een tijdelijke regeling die het mogelijk maakt om al stukken beschikbaar te stellen voordat het volledige dossier compleet is.

Doordat de Belastingdienst actief inzage verleent, vervalt de noodzaak voor een afzonderlijke beslissing op een verzoek tot inzage. Als een belastingplichtige van mening is dat het dossier onvolledig is, kan hij dit aan de orde stellen in de bezwaarprocedure. Het wetsvoorstel is zo opgesteld dat het tegemoetkomt aan de wens van belastingplichtigen om meer transparantie te krijgen in de besluitvorming, terwijl het tegelijkertijd zorgt voor een uitvoerbare implementatie door de betrokken uitvoeringsorganisaties.

NB: Het Belastingplan wordt na het verkiezingsreces behandeld in de Tweede Kamer. In december volgt de behandeling in de Eerste Kamer. Pas na akkoord van beide Kamers zijn de plannen definitief.
Het volledige Belastingplan met extra informatie vind je hier