Economen: vergroten welzijn personeel cruciaal door vergrijzing

 

Werkgevers moeten meer inzetten op een hoger welzijn van hun medewerkers. Economen van ABN Amro wijzen in een nieuw rapport op het structurele tekort aan arbeidskrachten in veel sectoren. Beter personeelsbeleid zou niet alleen kunnen helpen bij het werven en langer vasthouden van personeel, maar ook bijdragen aan het verhogen van de arbeidsproductiviteit.

Volgens ABN Amro blijft de arbeidsmarkt voorlopig zeer krap, hoewel de economie sinds eind 2022 nauwelijks is gegroeid. De werkloosheid is slechts marginaal gestegen, van 3,5 naar 3,6 procent. Dat is nog altijd een zeer laag percentage, zeggen de deskundigen.

Vergrijzing

Door de vergrijzing zullen de personeelstekorten naar verwachting verder toenemen. De komende jaren gaat waarschijnlijk een aanzienlijk deel van de huidige medewerkers met pensioen. Vooral in de transportsector speelt dit. Meer dan drie op de tien medewerkers is daar momenteel 55 jaar of ouder.

“Dit is zorgwekkend, aangezien bijna de helft van de werkgevers in de transportsector nu al met een tekort aan arbeidskrachten kampt”, klinkt het bij de bank. Ook in de vastgoedsector, de industrie, de agrarische en foodsector telt het personeelsbestand relatief veel oudere krachten en zijn er nu al tekorten. In de Nederlandse economie als geheel bedraagt het aantal 55-plussers gemiddeld bijna een kwart van de werknemers.

Vergroten welzijn

ABN Amro-econoom Albert Jan Swart meent dat een oplossing ligt in het vergroten van het welzijn van het personeel. Het gaat dan om beleid voor persoonlijke ontwikkeling, het verbeteren van de balans tussen werk en privé of het bieden van inspraak in zaken als werktijden. “Meer werkgeluk leidt tot hogere productiviteit en lager verzuim”, stelt Swart. Hij heeft de indruk dat veel bedrijven dit inmiddels ook inzien, al verschilt het beeld sterk per sector.

De knelpunten kunnen ook heel verschillend zijn. Zo is het volgens ABN Amro in de industrie, transportsector en bouw erg belangrijk om personeel goed te trainen in het omgaan met mogelijke onveilige situaties. Dat kan ongelukken voorkomen en zo het welzijn van werknemers verbeteren.

In het rapport stelt ABN Amro verder dat de meeste sectoren dit jaar en volgend jaar waarschijnlijk een bescheiden herstel laten zien. Daarmee kunnen ze het lastige 2023 weer achter zich laten. In de industrie neemt de vraag naar verwachting voor het eerst sinds 2022 weer toe. Het beeld is niet overal gelijk. Voor de agrarische sector en de bouw verwachten de economen volgend jaar nog geen groei.

Bron: ANP

Hoofdlijnenakkoord; Wat voor u van belang kan zijn

MKB-winstvrijstelling (box 1) gaat omlaag. Eerder waren er al plannen om deze vrijstelling te verlagen met ingang van 2025. De vrijstelling is nu, in 2024, 13,31 procent. Deze wordt in 2025 12,7 procent. Deze vrijstelling is een aftrekpost voor ondernemers in de inkomstenbelasting.

Tariefsverlaging box 3. Het tarief in box 3 is momenteel 36 procent. Dit tarief zal worden verlaagd. Hoever dat omlaaggaat is nog niet duidelijk.

Accijnsverlaging brandstoffen wordt met een jaar verlengd. Dit is tot en met 2025.

De salderingsregeling voor kleinverbruikers wordt per 1 januari 2027 beëindigd. Dit zal voornamelijk particulieren met zonnepanelen raken. Deze kunnen dan hun overschot opgewekte energie dan niet meer fiscaal wegstrepen tegen afgenomen energie.

Hoog box 2-tarief vanaf 2025 terug naar 31 procent. Eerder was het tarief in box 2 (dga’s met een eigen bv) verhoogd naar 33 procent. Dit wordt in 2025 weer teruggedraaid.

Contouren verplichte aov zzp’ers bekend

 

Er ligt een eerste ontwerp voor een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering (aov) voor zelfstandige ondernemers. Het duurt waarschijnlijk een jaar of vier voordat de verzekering kan worden ingevoerd.

Vijf jaar geleden werd bij het pensioenakkoord afgesproken dat er een verplichte aov voor zelfstandigen moest komen. Nu is er dan eindelijk het conceptwetsvoorstel voor de Basisverzekering Arbeidsongeschiktheid Zelfstandigen (BAZ).

Volgens demissionair minister Van Gennip van Sociale Zaken en Werkgelegenheid is de verplichte aov nodig omdat “een grote groep” zelfstandigen zich momenteel niet verzekert voor arbeidsongeschiktheid, vanwege hoge kosten of uitsluiting op basis van leeftijd, medische aandoening of medische geschiedenis.

Het kabinet wil daarom dat er voor zelfstandigen, net als voor werknemers, een verplichte arbeidsongeschiktheidsverzekering komt die voor iedereen toegankelijk is. Dit zorgt volgens de minister ook voor een gelijker speelveld tussen zelfstandigen onderling en tussen werknemers en zelfstandigen. “Daarnaast voorkomt het dat risico’s rond arbeidsongeschiktheid worden afgewenteld op de samenleving”, aldus Van Gennip.

Benodigde aanpassingen

De verplichte aov is onderdeel van hervormingen die Nederland moest doorvoeren om aanspraak te kunnen maken op geld uit het Europese coronaherstelfonds. Dat betekent dat de wet in het eerste kwartaal van 2025 moet worden doorgevoerd, en dus voor die tijd door de Tweede Kamer moet worden behandeld.

In het hoofdlijnenakkoord van het nieuwe kabinet wordt de BAZ niet genoemd. Mocht de wet op tijd worden aangenomen dan verwacht Van Gennip dat het nog “twee tot drie jaar” kan duren voordat de wet kan worden uitgevoerd, vanwege de benodigde aanpassingen bij de fiscus, verzekeraars en het UWV.

Verschil

De BAZ is volgens de minister uitgewerkt aan de hand van de drie uitgangspunten “betaalbaar, uitlegbaar en uitvoerbaar”. De verzekering wordt verplicht voor alle zelfstandigen die voor de inkomstenbelasting ‘winst uit onderneming’ genieten en zal een wachttijd hebben van een jaar.

De BAZ keert uit als een zelfstandige niet meer in staat is om door ziekte het minimumloon te verdienen. Dat is een belangrijk verschil met de verzekering die werknemers in loondienst hebben. Bij die groep wordt er niet alleen gekeken naar wat iemand nog kan, maar ook gekeken wordt naar wat iemand eerder verdiende. Bij de BAZ is de uitkering 70 procent van de winst vóór arbeidsongeschiktheid, tot maximaal het minimumloon. De uitkering loopt door tot de AOW-leeftijd.

De premie wordt fiscaal aftrekbaar en zal “ongeveer” 6,5 procent van de winst uit onderneming bedragen, tot een maximum van 195 euro per maand op basis van het minimumloon in 2024. Er komt een opt-out voor zelfstandigen die liever een verzekering op de private markt regelen, of die al een verzekering hadden, mits die aan een aantal voorwaarden voldoet, zoals een premie die minimaal gelijk is aan die van de publieke verzekering en een looptijd tot aan de AOW-leeftijd. Er komt ook overgangsrecht voor bestaande verzekeringen.

De BAZ zal niet gelden voor directeur-grootaandeelhouders, resultaatgenieters met inkomsten uit overig werk, en levenspartners die meewerken in de onderneming.

Internetconsultatie Wet Basisverzekering Arbeidsongeschiktheid Zelfstandigen (BAZ) 

Ondernemersorganisaties positief over hoofdlijnenakkoord, vakbonden kritisch

 

Het is terecht dat het hoofdlijnenakkoord aandacht besteedt aan ondernemerschap en het verdienvermogen van bedrijven, zeggen ondernemersorganisaties VNO-NCW en MKB-Nederland. De vakbonden CNV en FNV zijn in een eerste reactie kritisch over de plannen in het akkoord voor een nieuwe regering.

VNO-NCW en MKB-Nederland zijn blij dat eerdere fiscale plannen voor ondernemers zijn teruggedraaid. Bijvoorbeeld de belasting bij het kopen van aandelen en de verhogingen van de energiebelasting en CO2-heffing. “Dit zou schadelijk zijn geweest voor het ondernemings- en investeringsklimaat”, stellen de ondernemersorganisaties.

MKB-Nederland is vooral tevreden over wat er niet in het coalitieakkoord staat, aldus voorzitter Jacco Vonhof. “Ik ben vooral blij dat we niet op elk terrein nieuw beleid gaan maken, maar overgaan tot de uitvoering”, aldus Vonhof. “Ondernemers moeten weten waar ze aan toe zijn.”

Wel maken de koepelorganisaties zich zorgen om onder meer het beëindigen van het Nationaal Groeifonds en het korten op de middelen voor onderzoek “in een tijd waarin innovatie belangrijker is dan ooit”.

Het regeerakkoord van PVV, VVD, NSC en BBB biedt “genoeg aanknopingspunten om de positie van handels- en productiebedrijven te versterken”, reageert de ondernemersvereniging voor handel en logistiek evofenedex.

Vakbonden

Vakbond CNV is geschrokken van de bezuinigingen die het komende kabinet wil doorvoeren. CNV-voorzitter Piet Fortuin verwacht dat de bezuiniging werkende mensen treft, met name mensen die al weinig verdienen. Zo gaat het minimumloon niet omhoog en wordt de WW volgens de bond ingekort. “Dit zijn voor ons flinke alarmbellen”, aldus de vakbondsvoorzitter.

Vakbond FNV ziet het hoofdlijnenakkoord van PVV, NSC, VVD en BBB als een “rechtstreekse aanval” op de vakbeweging, de overheid en de solidariteit. De grootste vakbond van Nederland is erg ontstemd over voorgenomen bezuinigingen op het ambtelijk apparaat en het terugdraaien van de verhoging van het minimumloon. FNV-voorzitter Tuur Elzinga verwacht dat de bond de komende jaren hard gaat botsen met het nieuwe kabinet.

Landbouw en visserij

Land- en Tuinbouw Organisatie (LTO) is tevreden over het nieuwe coalitieakkoord. “Dit geeft boeren en tuinders perspectief”, stelt LTO-voorzitter Ger Koopmans. Als belangrijkste onderdeel van het akkoord noemt hij dat “boeren voortaan zelf verantwoordelijk worden voor het halen van de milieudoelstellingen.”

In het akkoord staat onder meer dat Nederland niet langer een ambitieuzer natuurbeleid moet voeren dan de rest van Europa. De coalitie wil ook geen gedwongen krimp van de veestapel en er mogen geen gedwongen onteigeningen meer plaatsvinden.

De Nederlandse vissers zijn “hoopvol gestemd” over de plannen die het nieuwe kabinet heeft met de visserij. Zowel VisNed als de Nederlandse Vissersbond is zeer te spreken over het nieuwe coalitieakkoord.

Elektrisch rijden

Het is goed dat de coalitiepartijen de ambitie hebben om elektrisch rijden te blijven stimuleren, zegt autobrancheorganisatie RAI Vereniging. In het hoofdlijnenakkoord melden PVV, BBB, NSC en VVD dat ze de aanschaf van elektrische voertuigen willen blijven ondersteunen. De kosten voor elektrische en fossiele rijders moeten eerlijker worden verdeeld, volgens de partijen.

RAI Vereniging is ook blij dat de partijen eigenaren van elektrisch auto’s komende jaren niet meer motorrijtuigenbelasting laten betalen dan eigenaren van voertuigen op benzine en diesel. “Het is wel belangrijk om dit structureel te maken. Daarbij spelen niet alleen elektrische auto’s, maar ook plug-in hybride auto’s een belangrijke rol in de overgang naar schone en zuinige mobiliteit.”

Milieu en energie

Milieudefensie reageert teleurgesteld op het hoofdlijnenakkoord, aldus directeur Donald Pols. “Het nieuwe kabinet denkt te kunnen regeren buiten de werkelijkheid van de rechtsstaat, de natuur en het klimaat. En doet veel te weinig om gevaarlijke klimaatverandering te stoppen, terwijl uit nieuw onderzoek van het Planbureau voor de Leefomgeving blijkt dat de gevolgen daarvan Nederland nu al kopzorgen geven. Klimaatgeld gaat naar schijnoplossingen en het pamperen van grote vervuilende bedrijven, ten koste van mensen, de planeet en ontwikkelingssamenwerking.”

Het hoofdlijnenakkoord is volgens Energie-Nederland “een goede basis” om verder te gaan met de overgang van fossiele naar duurzame energie. PVV, NSC, BBB en VVD hebben onder meer afgesproken dat de energietransitie “een grote impuls” krijgt en gericht moet zijn op minder afhankelijkheid van “onbetrouwbare landen” voor energie. Nederland moet meer eigen duurzame energie produceren.

De energietransitie in Nederland kampt met problemen die de overgang moeilijker maken. Zo is het stroomnet op veel plekken in het land vol en zijn er personeelstekorten bij het versterken van het elektriciteitsnet. “Het uitvoeren van de bestaande plannen is al een hele opgave. We hopen dat we met een nieuw kabinet snel in overleg kunnen voor het uitwerken van de genoemde maatregelen”, zegt voorzitter Cora van Nieuwenhuizen van de brancheverenging voor Nederlandse energiebedrijven.

Bron: ANP

Bedrijfscultuur belangrijk voor aantrekken medewerkers

 

Werkgevers zien de eigen bedrijfscultuur als een belangrijke factor bij het aantrekken van nieuw talent. 39 procent van de werkgevers denkt dat hun bedrijfscultuur voor nieuwe werknemers reden is om een contract te willen ondertekenen.

Bedrijfscultuur staat volgens werkgevers, na de functiewerkzaamheden, op de tweede plek van belangrijkste redenen voor mensen om bij een bedrijf te willen werken. Dat de bedrijfscultuur ook een mismatch kan zijn tussen werkgevers en werknemers, blijkt uit onderzoek onder ruim duizend werknemers en meer dan driehonderd werkgevers, uitgevoerd door employee benefits-aanbieder Circula.

Bedrijfscultuur wordt vooral gezien als richtlijn hoe medewerkers zich horen te gedragen en hoe zij met elkaar omgaan. De bedrijfscultuur binnen Nederlandse bedrijven krijgt van werknemers een ruime voldoende, namelijk een 7,5.

De meeste bedrijven (78 procent) hebben hun bedrijfscultuur gedocumenteerd. Bij bedrijven met meer dan 50 medewerkers is dat 83 procent. Bijna de helft van de bedrijven (48 procent) evalueert zijn kernwaarden zo nu en dan, om te zien of veranderingen nodig zijn.

Kleine bedrijven scoren goed

Transparantie en eerlijkheid is bij zes op de tien werkgevers de belangrijkste kernwaarde. Trots zijn op het werk dat je doet staat op de tweede plaats, gevolgd door gelijke behandeling voor iedereen, ongeacht functie of achtergrond.

Hoewel kleine bedrijven niet altijd hun bedrijfscultuur hebben vastgelegd, hebben zij op dit vlak een goed imago en wordt vaak gedacht dat de bedrijfscultuur er goed is. Acht van de tien werknemers die bij een bedrijf werken met minder dan vijftig werknemers, zijn (meer dan) tevreden over de huidige cultuur.

Liefdadigheid

Dat veel bedrijven zich ook inzetten op gebieden als duurzaamheid, liefdadigheid en diversiteit, zorgt voor meer tevredenheid bij werknemers. Van de medewerkers die graag willen dat hun werkgever oog heeft voor liefdadigheid, geeft 79 procent aan dat er binnen hun bedrijf ook aandacht aan wordt besteed.
Dit geldt ook voor 80 procent van de werknemers die duurzaamheid als zeer belangrijk beschouwen en voor liefst 91 procent van degenen die diversiteit op de werkvloer hoog in het vaandel hebben staan.

AFM krijgt veel signalen over nieuwe werkwijzen van oplichters

 

De Autoriteit Financiële Markten (AFM) ziet een toename in het aantal signalen en consumentenvragen over oplichting en fraude. De toezichthouder start een online publiekscampagne, om mensen meer bewust te maken over hoe oplichters te werk gaan.

In het eerste kwartaal van 2024 ging ruim twintig procent van de meldingen en vragen die bij de AFM binnenkwamen over fraude en oplichting. Er bestaan veel vormen van oplichting waarmee consumenten geld kwijtraken, aldus de toezichthouder.

Nep-AFM’ers

Zo is vaak sprake van beleggingsfraude, waarbij mensen met (telefonische) aanbiedingen worden verleid om geld te investeren. Ook zijn er nepadvertenties met BN’ers, die zogenaamd beleggingsadvies geven waarmee mensen snel rijk zouden kunnen worden.

De laatste tijd krijgt het Meldpunt Financiële Markten van de AFM ook veel signalen over nieuwe werkwijzen van oplichters. Zoals oplichting via datingapps, maar ook fraudeurs die zich voordoen als helpende AFM-medewerkers en zo slachtoffers nog een keer oplichten.

Campagne

De AFM start daarom de online campagne checkjeaanbieder.nl, waarmee consumenten meer leren over de geraffineerde werkwijze van oplichters en hoe zichzelf te beschermen. Op de website kunnen consumenten ook controleren wat er bij de AFM bekend is over de onderneming waarmee iemand zakendoet of wil gaan doen.

Zo is snel te zien of een onderneming wel of niet over een AFM-vergunning beschikt. Ook worden eventuele waarschuwingen getoond van de AFM en van buitenlandse toezichthouders.

Verantwoordingsdag: Kabinet meldt beter financieel resultaat in 2023

Het jaar 2023 was een economisch onrustig jaar. Het kabinet nam extra maatregelen om stijging van de armoede in Nederland te voorkomen, zoals het prijsplafond voor energie en verhoging van het minimumloon met 10 procent.

De inflatie was hoog, de rente steeg en de economische groei in Nederland viel vrijwel stil. De oorlog in Oekraïne leidde tot torenhoge energieprijzen. Ondanks een terugval in economische groei bleef de werkloosheid aanhoudend laag.

Sterk stijgende lonen hebben eraan bijgedragen dat de koopkracht van veel huishoudens gedurende de tweede helft van het jaar verbeterde. Het EMU-saldo is uitgekomen op -0,3 procent en de schuld op 46,5 procent bbp.

Financieel jaarverslag

Dat blijkt uit het Financieel Jaarverslag van het Rijk, dat minister Van Weyenberg van Financiën op Verantwoordingsdag naar de Tweede Kamer stuurt. “In 2023 kwamen plannen uit de ambitieuze investeringsagenda van dit kabinet verder tot besteding. Het kabinet investeerde in belangrijke maatschappelijke uitdagingen, zoals kansengelijkheid, onderwijs, klimaat en defensie”, aldus de minister. “Belemmeringen in de uitvoering kwamen onder andere door krapte in personeel. Ook liepen we tegen de grenzen aan wat betreft milieu en ruimte in ons land. Desondanks was het begrotingstekort kleiner dan verwacht, de schuld lager dan in 2022 en leverden investeringen en uitgaven resultaten op.”

Overheidsfinanciën

Het lukte in 2023 niet om al het begrote geld uit te geven, onder meer door krapte op de arbeidsmarkt. Zo is er 13 miljard euro minder uitgegeven dan verwacht, waarvan 5,8 miljard euro is doorgeschoven naar latere jaren, om de middelen alsnog te besteden waarvoor ze oorspronkelijk waren bedoeld.

De overige 7,2 miljard euro is de zogeheten onderuitputting, budget dat aan het eind van het jaar niet is uitgegeven. Dat was vooral het geval bij de investeringsbudgetten en complexe vraagstukken, zoals toeslagen, Groningen en de aanpak van de stikstofcrisis, zo meldt het verslag.

Het kabinet gaf in 2023 in totaal 5,4 miljard euro steun aan Oekraïne. Dat was bestemd voor zowel militaire en humanitaire steun aan Oekraïne als ook de opvang van Oekraïense ontheemden in Nederland.

Begrotingstekort

Het begrotingstekort kwam in 2023 veel lager uit dan verwacht. Het geraamde begrotingstekort bij de Miljoenennota 2023 was 3 procent van het bruto binnenlands product (bbp) en is uitgekomen op 0,3 procent.

Dit heeft meerdere oorzaken, aldus het kabinet. Zo waren de gerealiseerde inkomsten in 2023 ruim hoger (19,1 miljard euro) dan de raming uit de Miljoenennota 2023. Dit komt door beleidsmatige wijzigingen, zoals het terugdraaien van de verlaging van de energiebelasting om de kosten van het prijsplafond te dekken en door meevallende economische ontwikkelingen als hogere lonen en winsten die doorwerken op de belastinginkomsten.

Een tweede oorzaak is de onderuitputting en verder hadden ook decentrale overheden in 2023 een overschot en uitgaven die werden toegerekend aan een ander begrotingsjaar. Daartegenover waren er ook extra uitgaven zoals asiel, rente en het prijsplafond energie.

De EMU-schuld in 2023 was 480,7 miljard euro, ofwel 46,5 procent van het bbp. De schuld viel hiermee lager uit dan verwacht bij de Miljoenennota 2023 (49,5 procent van het bbp). De schuld viel ook lager uit dan in de afgelopen jaren, namelijk 51,0 procent in 2022 en 52,1 procent in 2021. In 2023 bleef de Nederlandse overheidsschuld onder de Europese grenswaarde van 60 procent van het bbp.

Financieel beheer

Het financieel management van het Rijk stond het afgelopen jaar in het teken van verbetering van het financieel beheer, de afhandeling van corona- en energiesteun-maatregelen uit voorgaande jaren en de hulp aan Oekraïne.

Volgens de Algemene Rekenkamer was het niveau van rechtmatigheid van de verplichtingen, uitgaven en ontvangsten in 2023 respectievelijk 98,9 procent, 99,6 procent en 99,9 procent. Ten opzichte van de afgelopen jaren is dit een verdere verbetering. Dit komt vooral door de extra inzet van de departementen. Ook zijn procedures rond het tijdig en juist informeren van het parlement beter gevolgd.

In 2023 is het aantal onvolkomenheden gedaald van 44 naar 36. De departementen hebben samen met de Taskforce Verbetering Financieel Beheer hard gewerkt aan verbetering. Bij het inkoopbeheer worden nog te veel fouten gemaakt bij complexe aanbestedingen.

Over het algemeen gaat het de goede kant op met het financieel beheer. Ook komend jaar blijft het kabinet aandacht houden voor het verder verbeteren en versterken van het Rijksbrede financieel beheer, zo wordt gesteld.

Minder begrotingsaanpassingen

Op verzoek van de Tweede Kamer is het aantal tussentijdse begrotingsaanpassingen fors gedaald. Het afgelopen jaar zijn in totaal 8 Incidentele suppletoire begrotingen (ISB’s) ingediend, ten opzichte van 51 in 2022. Zo ging het bij de uitgaven om 2 miljard euro in 2023 ten opzichte van 18,6 miljard euro in 2022. Deze ISB’s hadden vooral te maken met Oekraïne, energiecompensatie en corona.

In 2023 is het kabinet gestart met een pilot om het aantal ISB’s verder te beperken. Hiervoor is een extra begrotingsmoment rond Prinsjesdag ingevoerd. De periode tussen de eerste (Voorjaarsnota) en de tweede suppletoire begroting (Najaarsnota) wordt hiermee overbrugd. Het kabinet komt naar verwachting voor de zomer met plannen om het begrotingsproces verder te verbeteren.

Verantwoordingsdag

Tweede Kamer-voorzitter Martin Bosma heeft op Verantwoordingsdag het Financieel Jaarverslag van het Rijk 2023 en de departementale jaarverslagen in ontvangst genomen, uit handen van demissionair minister Van Weyenberg van Financiën. De president van de Algemene Rekenkamer, Pieter Duisenberg, bood daarna de rapporten aan waarin de Rekenkamer het regeringsbeleid van het afgelopen jaar beoordeelt.

De Tweede Kamer debatteert de komende tijd over de verslagen van de departementen en de rekenkamer. Dit gebeurt plenair en in de verschillende commissies. Het plenaire Verantwoordingsdebat is gepland op 29 mei aanstaande.

In de periode tot aan het zomerreces zullen de vaste Kamercommissies over de afzonderlijke jaarverslagen debatteren met de betreffende bewindspersonen.

Bron: Rijksoverheid/Tweede Kamer

Arbodiensten zien meer langdurig verzuim door stress

 

Meer mensen hebben zich het afgelopen jaar langdurig ziek gemeld om stressklachten. Het ging om een groei van 11 procent ten opzichte van een jaar eerder. Bijna een kwart van al het verzuim was het gevolg van (over)spanning of een burn-out.

 

Volgens de ondernemingen, die samen werkzaam zijn voor zo’n 1 miljoen werknemers, kost het thuis zitten van een personeelslid een bedrijf gemiddeld 315 euro per dag. Met stressgerelateerde klachten ligt een medewerker er gemiddeld 240 dagen al dan niet gedeeltelijk uit, met een burn-out zelfs driehonderd dagen. “Dat heeft impact op de medewerker persoonlijk, maar ook op het bedrijf”, stellen arbodienstverleners ArboNed en HumanCapitalCare bij het onderzoek.

Tussen de 25 en 45 jaar

Vooral mensen tussen de 25 en 45 jaar hebben last van stressklachten. Ook zijn het vaker vrouwen dan mannen. De sectoren waarin dit het meest voorkomt zijn de gezondheidszorg, het onderwijs en het openbaar bestuur. In de bouw speelt het probleem het minst. Bij bedrijven met meer dan 250 medewerkers ligt het verzuim door stress een vijfde hoger dan bij kleinere ondernemingen.

Gesprek

De arbodienstverleners raden werkgevers aan om scherp te zijn op het herkennen van klachten. “Zo kun je het gesprek hierover eerder op gang brengen en voorkomen dat klachten zich opstapelen”, denkt Redmer van Wijngaarden, bedrijfsarts en directeur medische zaken bij ArboNed. “Als je medewerkers eigen regelruimte geeft om tijd vrij te nemen als dat nodig is, maakt dat voor hen vaak al een groot verschil.”

Bron: ANP

Ministers willen toch al een verbod op contante betalingen boven drie mille

 

Minister Van Weyenberg van Financiën en minister Yeşilgöz-Zegerius van Justitie en Veiligheid hebben de Tweede Kamer in een brief laten weten door te willen gaan met het verbod op contante betalingen boven 3.000 euro.

 

Het verbod maakt deel uit van het wetsvoorstel Plan van aanpak witwassen, dat eerder controversieel werd verklaard door de Tweede Kamer. Maar als het verbod op contante betalingen boven 3.000 euro niet doorgaat, dreigt Nederland mogelijk 600 miljoen euro Europees geld mis te lopen, aldus het ministerie van Financiën.

Een wettelijke limiet op contante betalingen is opgenomen in het Raadsuitvoeringsbesluit voor het Nederlandse Herstel en Veerkrachtplan (HVP).  De deadline om deze maatregel uit te voeren staat op 31 maart 2025.

Scenario’s

In de brief van de twee ministers zijn verschillende scenario’s uitgewerkt om een vervolg te geven aan het wetsvoorstel Plan van aanpak witwassen. De limiet op contant geld moet witwassen door criminelen aanpakken, die hiervoor vaak grote sommen contant geld gebruiken. Vanwege de verplichting in het HVP kan de invoering hiervan niet verder worden uitgesteld, aldus de ministers.

Daarnaast heeft het Europese AML-pakket (Anti-Money Laundering and Countering the Financing of Terrorism, AML/CFT), dat in 2027 van toepassing wordt, een nieuwe context geschapen, omdat alle vier de bepalingen uit het wetsvoorstel in de huidige vorm niet verenigbaar zijn met dat AML-pakket.

Korting voorkomen

Het heeft de voorkeur van beide ministers om voorlopig alleen de limiet op contante betalingen verder te brengen, via een nota van wijziging op het oorspronkelijke wetsvoorstel, zodat de mogelijke korting van 600 miljoen euro kan worden voorkomen.

De overige maatregelen uit het wetsvoorstel Plan van aanpak witwassen, zoals gezamenlijke transactiemonitoring, worden bij dit scenario meegenomen in het implementatietraject van het Europese AML-pakket.

In totaal zijn vier mogelijke scenario’s uitgewerkt voor het vervolg van het wetsvoorstel. De ministers willen hierover met de Tweede Kamer in gesprek gaan tijdens het Commissiedebat op 24 april aanstaande.

Europese wetgevingsproces

Het Europese wetgevingsproces rondom het AML-pakket is formeel nog niet afgerond. De stemming van het Europees Parlement over dit wetsvoorstel staat ook gepland op 24 april 2024.  Uiteindelijk hebben Europese landen drie jaar de tijd om het wettenpakket te implementeren. In het voorjaar van 2027 wordt de regelgeving van toepassing.

Bron: Ministerie van Financiën

Nieuw box 3-stelsel lijkt lastig uitvoerbaar voor fiscus én burger

 

Hervorming van de vermogensrendementsheffing is nog ingewikkelder dan gedacht en daardoor maar moeilijk uitvoerbaar. De fiscus moet honderden extra mensen aannemen en het nieuwe voorstel legt een dusdanig groot beslag op de systemen, dat het in het geplande invoeringsjaar 2027 niet volledig kan worden geïmplementeerd.

Voor een deel van de burgers die belasting moeten betalen uit inkomen op vermogen, is het nieuwe stelsel “naar verwachting (te) complex”. Dat blijkt uit een brief van demissionair staatssecretaris Marnix van Rij aan de Tweede Kamer.

Het gaat om belasting van inkomen in box 3, inkomen uit vermogen. In het oude systeem werd belasting geheven over rendement volgens een vast, fictief rendement.

Omdat de Hoge Raad in het zogenoemde Kerstarrest eerder oordeelde dat dat onrechtmatig was, is nu een overbruggingswet opgetuigd. Vanaf 2027 moet belasting worden betaald over het daadwerkelijke inkomen dat mensen uit hun vermogen halen.

Familiebedrijven

Hoewel een officieel besluit aan de Kamer of een nieuw kabinet zal zijn, heeft demissionair staatssecretaris Van Rij (Fiscaliteit) het voorstel wel al voorbereid en in consultatie gebracht. Ook is juridisch advies ingewonnen bij NautaDutilh.

Daarbij is ook specifiek gekeken naar de positie van familiebedrijven. Uitkomst is dat volgens het wetsvoorstel kleine aandeelhouders van familiebedrijven vanaf 2027 jaarlijks in box 3 worden belast over het werkelijke rendement op hun belang in het familiebedrijf.

Uit de voorlopige resultaten van een uitvoeringstoets blijkt dat ook met een broodnodig “intensief communicatietraject” het risico blijft “dat belastingplichtigen niet tijdig, juist of volledig hun aangifte kunnen doen”, zo staat in de brief van Van Rij.

De Tweede Kamer sprak op 18 april met de staatssecretaris over het conceptwetsvoorstel voor de vernieuwing van box 3.

Bron: ANP