Prinsjesdag: Burgers

 

Belangrijke punten Prinsjesdag/Belastingplan 2026 voor burgers.

Brandstofaccijns

De accijnskorting op benzine, diesel en LPG wordt met één jaar verlengd en blijft van kracht tot 1 januari 2027. Dit betekent dat de accijns op een liter benzine € 0,79 blijft, op diesel € 0,52 en op LPG € 0,19.

Inkomstenbelasting

Om de kosten van het terugdraaien van de btw-verhoging op cultuur, media en sport te dekken, worden de schijven van de inkomstenbelasting en de heffingskortingen niet volledig geïndexeerd op inflatie. In 2026 stijgt de eerste belastingschijf van € 38.441 naar € 38.883. De tweede schijf wordt verhoogd van € 76.817 naar € 79.137.

Werken wordt aantrekkelijker doordat het belastingtarief in de eerste schijf daalt naar 35,06% en de arbeidskorting wordt verhoogd. Tegelijkertijd wordt de zelfstandigenaftrek fors verlaagd tot € 1.200.

Erfbelasting

Het kabinet streeft naar een eerlijkere behandeling van vermogen dat wordt doorgegeven via erfenissen en schenkingen. Bij het beëindigen van een huwelijk – door echtscheiding of overlijden – zullen echtgenoten voortaan schenk- of erfbelasting betalen over de helft van de gemeenschap van goederen, zelfs wanneer deze op papier ongelijk is verdeeld. Daarnaast wordt de aangiftetermijn voor erfbelasting na overlijden verruimd van 8 naar 20 maanden.

Box 3

In box 3 wordt het heffingsvrije vermogen verlaagd van € 57.684 naar € 51.396, om financiële ruimte te creëren voor de hersteloperatie. Het fictieve rendement op overige bezittingen stijgt van 5,88% naar 7,78%. Ook in 2026 blijft de tegenbewijsregeling van kracht.

Wetsvoorstel Wet stroomlijning fiscaal inzagerecht

Volgens de staatssecretaris mogen belasting- en inhoudingsplichtigen geen informatieachterstand hebben ten opzichte van de inspecteur. Het kabinet is het daarmee eens en vindt het wenselijk dat belastingplichtigen op het moment dat een belastingaanslag of een voor bezwaar vatbare beschikking wordt opgelegd, recht hebben op inzage in de stukken die de inspecteur tot zijn beschikking heeft (of heeft gehad) en die relevant zijn voor zijn besluitvorming of voor het oplossen van eventuele geschillen.

Op 31 december 2025 treedt een artikel in werking in de Algemene wet inzake rijksbelastingen dat dit inzagerecht formeel vastlegt. De Belastingdienst en de Douane geven echter aan dat de uitvoering in de huidige vorm en met de geplande datum niet haalbaar is. De benodigde documenten zijn verspreid over verschillende processen, applicaties en systemen, en er zijn ingrijpende aanpassingen nodig in de ICT-structuur en digitale portalen. Ook moeten er nieuwe faciliteiten komen voor medewerkers om dossiers goed te kunnen samenstellen. Bovendien maakt het ontbreken van een duidelijke afbakening van het inzagerecht bezwaar- en beroepsprocedures complexer, wat kan leiden tot vertragingen in de toegang tot dossiers voor belastingplichtigen.

Nieuw wetsvoorstel
Met het nieuwe wetsvoorstel wil het kabinet het inzagerecht zodanig vormgeven dat belastingplichtigen daadwerkelijk toegang krijgen tot alle relevante stukken die betrekking hebben op een belastingaanslag of een voor bezwaar vatbare beschikking, terwijl de uitvoering werkbaar blijft voor de Belastingdienst en de Douane. Het recht op inzage wordt gekoppeld aan het moment waarop het besluit wordt bekendgemaakt en geldt niet alleen voor belastingaanslagen, maar ook voor andere beschikkingen, zoals informatiebeschikkingen.

Het voorstel regelt dat belastingplichtigen uiterlijk bij de bekendmaking van het besluit toegang krijgen tot de relevante stukken via de bestaande digitale portalen van de Belastingdienst en de Douane. Daarbij wordt gekozen voor een gefaseerde invoering per type rijksbelasting, met een tijdelijke regeling die het mogelijk maakt om al stukken beschikbaar te stellen voordat het volledige dossier compleet is.

Doordat de Belastingdienst actief inzage verleent, vervalt de noodzaak voor een afzonderlijke beslissing op een verzoek tot inzage. Als een belastingplichtige van mening is dat het dossier onvolledig is, kan hij dit aan de orde stellen in de bezwaarprocedure. Het wetsvoorstel is zo opgesteld dat het tegemoetkomt aan de wens van belastingplichtigen om meer transparantie te krijgen in de besluitvorming, terwijl het tegelijkertijd zorgt voor een uitvoerbare implementatie door de betrokken uitvoeringsorganisaties.

NB: Het Belastingplan wordt na het verkiezingsreces behandeld in de Tweede Kamer. In december volgt de behandeling in de Eerste Kamer. Pas na akkoord van beide Kamers zijn de plannen definitief.
Het volledige Belastingplan met extra informatie vind je hier